Vlak voor mijn vlucht van Parijs naar San Francisco krijg ik e-mailtjes van mijn beide copiloten, dat ze me op het vliegveld zullen ontmoeten. De ene rijdt in zijn auto vanaf zijn huis in België en de andere vliegt met easyJet als passagier vanuit zijn woonplaats Toulouse naar het vliegveld Charles de Gaulle bij de Franse hoofdstad. Parijs is de thuisbasis van beide vliegers. Ook het merendeel van de cabinebemanning heeft hier hun thuisbasis.
Zelf deed ik eergisteren een vlucht vanuit mijn thuisbasis in Florida. Daarom heeft de Scandinavische luchtvaartmaatschappij, waar ik alweer een jaar met veel plezier werk, voor mij een kamer gereserveerd in een van die vele hotels rondom het vliegveld. Straks ontmoet ik in de lobby van het hotel nog twee stewardessen die onze bemanning completeren. Volgens de informatie die ik vanochtend al per e-mail heb ontvangen, woont de een in Rome en de ander heeft haar thuisbasis in Bangkok.
Het is duidelijk dat er in de loop der jaren heel wat is veranderd in het woon-werkverkeer van vliegtuigbemanningen. We wonen verspreid over de wereld en bij de meeste luchtvaartmaatschappijen werken mensen uit heel veel verschillende landen. Een moderne luchtvaartmaatschappij kan om verschillende redenen meerdere steden als thuisbasis voor hun personeel aanbieden. Daar kun je dan vervolgens op inschrijven en als je een beetje geluk hebt, krijg je de standplaats van je dromen.
Zo zijn er de afgelopen jaren ook veel Nederlandse cockpit- en cabinebemanningen over de wereld uitgevlogen. Een groot deel van deze mannen en vrouwen woont ook daadwerkelijk bij het vliegveld waar ze vertrekken en aankomen. Maar er is ook een behoorlijk aantal dat helemaal niet zo dicht bij hun thuisbasis woont. De stewardess die in Bangkok haar thuisbasis heeft, blijkt een Amerikaanse die al een jaar of dertig vliegt. Ze heeft voor verschillende Amerikaanse luchtvaartmaatschappijen gevlogen en is bij toeval in Bangkok blijven hangen. Inmiddels heeft ze toch weer een huis in Miami en pendelt ze heen en weer tussen Azië, Amerika en waar het werk haar verder mag brengen.
Anderhalf uur voor de vlucht ontmoeten we elkaar in de ‘crewroom’. Op een steward en een stewardess na, heb ik nog nooit met iemand uit deze groep gevlogen. We maken kennis en daarna bespreek ik samen met de copiloten alle vluchtgegevens, die we eerder vandaag vanaf het internet hebben geplukt. Als de cabinebemanning ook alle voorbereidingen heeft afgerond, is het laatste woord aan mij.
De paar minuten die ik heb voordat we naar het vliegtuig lopen, wil ik zo goed mogelijk gebruiken. Naast vluchtinformatie, probeer ik ook enthousiasme, support en een goede sfeer over te brengen. We moeten tenslotte zo meteen als een geolied team met driehonderd passagiers de halve wereld over. Voor mij is het nog steeds een groot wonder dat dat ook eigenlijk altijd lukt!
Jan Cocheret
[email protected]
Deze column verscheen eerder in Luchtvaartnieuws Magazine. Lees iedere maand de nieuwste column van Jan Cocheret in het magazine.