DRIEBERGEN - In 2015 verbleven zakenreizigers 16,8 miljoen nachten in Nederlandse hotels. Dat is 2,7 procent meer dan in het jaar daarvoor. De meeste buitenlandse zakenreizigers komen uit het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten en Duitsland. Dat blijkt uit onderzoek van het CBS en NBTC Holland Marketing in het Trendrapport toerisme recreatie en vrije tijd 2016.
Het aantal zakelijke overnachtingen daalde tussen 2007 en 2009 met 2,6 miljoen, een afname van 16 procent. Sindsdien is het aantal zakelijke overnachtingen gegroeid, afgezien van een daling in 2012. In 2015 is het aantal overnachtingen weer op hetzelfde niveau als in 2008.
Kwart van de overnachtingen in Amsterdam
Noord- en Zuid-Holland trekken met 9,8 miljoen overnachtingen in 2015 ruim de helft van de zakelijke bezoekers aan. Van de grote steden is Amsterdam met 4,5 miljoen overnachtingen koploper, op ruime afstand gevolgd door Rotterdam en Den Haag met ieder ongeveer 800 duizend overnachtingen. Zakelijke overnachtingen vinden vooral in de lente (april en mei) en najaar (september en oktober) plaats, terwijl de meeste recreatieve toeristen in de zomermaanden komen.
Buitenlandse zakenreizigers geven meer uit
Buitenlandse zakenreizigers die in Nederland overnachten geven volgens NBTC meer uit dan vakantiereizigers. In 2015 gaf de gemiddelde buitenlandse zakenreiziger 1 035 euro per trip uit, terwijl de doorsnee vakantieganger 600 euro spendeerde. Zakelijke reizigers zoeken met name de drie- en viersterrenhotels op. Van deze groep verbleef 81 procent in 2015 in hotels in dit segment, tegen 73 procent van de vakantiegangers. In een op de vijf gevallen wordt een zakenreis gecombineerd met een toeristisch uitstapje, zoals een museumbezoek of excursie.