Luchtvaart brengt de Nederlander veel. Het heeft de unieke kracht om de hele wereld binnen vierentwintig uur te verbinden en het is een belangrijke drager van de Nederlandse economie. Maar sinds het aankondigen van het krimpbesluit door het vorige kabinet, domineert de discussie over geluidsoverlast het publieke debat over Nederlandse luchtvaart. Je zou bijna denken dat het in Nederland kommer en kwel is; een Sodom en Gomorra op gebied van geluid.
Maar soms is het ook goed om je oor te luisteren te leggen bij landen om ons heen, of bij andere vormen van transport. Dan blijkt dat we het in Nederland juist erg goed doen.
Als piloot kom ik op tal van luchthavens over de hele wereld. De afgelopen tijd heb ik bijvoorbeeld vluchten gemaakt naar steden in Canada, India, het Verenigd Koninkrijk en Spanje. Dat geeft een goed beeld van de luchtvaart in andere landen en stelt me in staat om te vergelijken. Het geeft je een ander perspectief.
Vanzelfsprekend moeten we er alles aan doen om de geluidsbelasting te verlagen. Maar laten we niet doen alsof er niets is gebeurd en de situatie in Nederland verschrikkelijk is. Nederland is koploper op het gebied van geluidsbeperking.
Zo is de totale hoeveelheid geluid én het aantal ernstig gehinderden de afgelopen jaren alleen maar afgenomen. Tal van maatregelen zoals stillere vliegtuigen, slimmere aanvliegroutes en lagere vermogenstanden bij uitklimmen, hebben ervoor gezorgd dat de hoeveelheid geluid ten opzichte van 2008 is teruggedrongen met meer dan 20 procent. Dit terwijl het aantal vluchten juist sterk is toegenomen. En met de nieuwe maatregelen neemt de Nederlandse luchtvaartsector unieke stappen in slechts één jaar tijd. In welke sector of welk land zie je dat?
Schiphol ligt natuurlijk vlakbij dichtbevolkt gebied. Maar daarin is het zeker niet uniek: veel meer grote luchthavens binnen en buiten Europa liggen in bevolkt gebied. Als je kijkt naar het aantal ernstig gehinderden (aantal mensen dat wordt blootgesteld aan 55 decibel of meer) dan ligt dit aanzienlijk lager dan bij de luchthavens van Londen en Frankfurt, Lissabon, Berlijn, Brussel en Zürich. En dat terwijl er op Schiphol juist veel meer vluchten zijn dan op die laatste vier.”
Ook een ander perspectief wordt nog weleens vergeten. Uit onderzoek in opdracht van de overheid blijkt dat de individuele bescherming van omwonenden van luchtvaart en de rechtsbescherming beter is geregeld in Nederland dan in andere Europese landen. Tegelijkertijd, en dat klinkt tegenstrijdig, concludeert het onderzoek dat de individuele bescherming tegen vliegtuiggeluid kleiner is dan tegen andere geluidsbronnen.
Toch is dat niet gek, want de overheidsinvesteringen in geluidsbescherming voor omwonenden is bij weg- en treinverkeer veel hoger dan voor de luchtvaart en worden zelfs voor een groot deel bij de sector zelf gelegd. En nu wil de overheid via een extra heffing de sector opnieuw laten opdraaien voor geluidsisolatie. Als je aan de ene kant uniek hoge reductiedoelen met een zeer korte deadline oplegt, zou je aan de andere kant mogen verwachten dat de “systeemverantwoordelijke” ook zelf ook meer boter bij de vis doet en structureel meer investeert in maatregelen in de ruimtelijke ordening. Stel dat de overheid evenveel investeert in geluidsreductie bij de omwonenden als bij trein- en wegverkeer. Welk effect zou dat wel niet hebben?
Rigoureuze maatregelen, zoals het reduceren van vluchten of een overheidsverbod op vliegen tijdens daluren, zijn dan ook disproportioneel. Tijdens mijn werk zie ik als geen ander hoe kwetsbaar ons systeem is en wat je als land op het spel zet.
Camiel Verhagen
President Vereniging Nederlandse Verkeersvliegers (VNV)