Meerdere luchtvaartmaatschappijen proberen dinsdag de rechter ervan te overtuigen dat de door Schiphol ingevoerde tariefverhogingen te fors zijn. De sector klaagde hier twee jaar geleden al over bij de Autoriteit Consument & Markt (ACM), maar de toezichthouder gaf ze daarin ongelijk.
KLM, easyJet en brancheorganisatie IATA hebben het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) gevraagd naar dat besluit te kijken. De inhoudelijke behandeling begint om 09.00 uur, de uitspraak volgt een andere dag.
Schiphol maakte in 2021 bekend dat de kosten om gebruik te mogen maken van de luchthaven de volgende jaren met tientallen procenten omhoog zouden gaan. Dit was volgens de luchthaven nodig vanwege de forse verliezen door de coronacrisis. De zogeheten havengelden zijn gereguleerd, wat betekent dat het aan de ACM is om te bepalen of ze redelijk zijn.
De ACM oordeelde vorig jaar dat de tariefverhoging terecht was, vanwege de maatregelen die Schiphol nam om van de coronacrisis te herstellen. De maatschappijen vonden juist mede door de lange rijen die vorig jaar op Schiphol stonden dat ze minder zouden horen te betalen. Daarop besloten ze het ACM-besluit aan te vechten bij de rechter.
Concurrentiepositie
De maatschappijen spelen de zaak hoog en ook IATA, de internationale brancheorganisatie voor de luchtvaart, is erbij betrokken. IATA zei eerder dat Schiphol en het Nederlandse toezicht "totaal geen rekening hebben gehouden met de uitzonderlijke omstandigheden die zijn ontstaan door covid-19". Volgens IATA is de forse prijsverhoging niet redelijk en ook niet verstandig, want het zou schadelijk kunnen zijn voor de concurrentiepositie van de Nederlandse luchtvaart.