WASHINGTON - Aer Lingus start een nieuw Brits dochterbedrijf om trans-Atlantische vluchten te kunnen uitvoeren vanaf de luchthaven van Manchester. Met een vloot van vier vliegtuigen staan vluchten in de planning naar New York, Boston en Orlando. Dat blijkt uit een aanvraag die Aer Lingus heeft ingediend bij het Amerikaanse ministerie van Transport.
Daaruit blijkt dat Aer Lingus UK, een in het Noord-Ierse Belfast gevestigd dochterbedrijf van het Ierse Aer Lingus, bij de Britse luchtvaartautoriteit een aanvraag heeft ingediend voor de benodigde vergunningen, waaronder een AOC. Aer Lingus UK verwacht deze in februari op zak te hebben.
Het is de bedoeling dat vier vliegtuigen worden ondergebracht bij het Britse dochterbedrijf. Het gaat om twee Airbus A330-300’s, die nu nog Iers geregistreerd zijn maar een Britse registratie krijgen. Daarnaast krijgt Aer Lingus UK de beschikking over twee nieuwe Airbus A321LR’s, die in februari en maart worden afgeleverd. Ook deze toestellen krijgen een Britse registratie.
Het plan is om de trans-Atlantische vluchtuitvoering vanaf het zomerseizoen van 2021 te starten. In de planning staan dagelijkse vluchten naar New York JFK, Boston en Orlando. ’s Winters komen de vluchten naar Boston te vervallen en wordt de frequentie naar Orlando teruggebracht tot vier wekelijkse vluchten.
Met de trans-Atlantische operatie vanaf Manchester kan International Airlines Group, het moederbedrijf van onder meer Aer Lingus en British Airways, tegenwicht bieden aan de sterke marktpositie van Virgin Atlantic op die luchthaven. Zeker sinds het wegvallen van Thomas Cook Airlines in 2019 is de concurrentie op trans-Atlantische routes sterk gedaald.