DUBLIN - Wizz Air was in 2020 wereldwijd grootverdiener op het gebied van zogeheten ancillary revenu, omzet die wordt gerealiseerd door extra geld te vragen voor zaken als bagage, stoelkeuze of eten aan boord. Tot nu toe voerden Amerikaanse luchtvaartmaatschappijen de ranglijst aan.
Vooropgesteld: 2020 was een rampjaar voor de luchtvaart. Door de coronacrisis stonden (en staan) veel luchtvaartbedrijven er financieel niet bepaald goed voor, aangezien omzetcijfers en passagiersaantallen vaak met meer dan de helft daalden. Door het rekenen van geld voor aanvullende diensten wist een groot aantal prijsvechters en traditionele luchtvaartmaatschappijen de kas nog enigszins te spekken.
Uit onderzoek van IdeaWorks Company, dat elk jaar wordt gehouden, blijkt dat er in 2020 vier luchtvaartmaatschappijen waren waarbij meer dan de helft van de omzet afkomstig was uit ancillary services. Wizz Air voert de lijst aan, en haalde in 2020 in totaal 55,9 procent van de omzet uit bijverkoop. Het Amerikaanse Spirit Airlines volgt de Hongaren op de voet, met Viva Aerobus uit Mexico en het eveneens Amerikaanse Allegiant Air in het kielzog.
Qua totaalomzet zijn American Airlines, Delta Air Lines en United Airlines wereldwijd de grootste, met ancillary revenues van meer dan 3 miljard dollar. Die getallen lagen voor het uitbreken van de coronapandemie ruim 40 procent hoger. Air France-KLM moest met 1,2 miljard dollar genoegen nemen, een teruggang van ruim 26 procent.
