SCHIPHOL - Hoewel het aantal Delta-staarten aan de pier op Schiphol beduidend minder is dan normaal blijft de Nederlandse luchthaven hét Europese bolwerk voor de Amerikaanse luchtvaartmaatschappij. “We zijn al dertig jaar succesvol”, zegt salesmanager Jan Feenstra.
Delta Air Lines ziet door de coronacrisis geen reden om een groot feest te vieren ter ere van het dertigjarig jubileum op Schiphol. Desalniettemin heeft de luchtvaartmaatschappij alle reden om trots terug te kijken. “We hebben door de jaren heen toch mooi 32 miljoen passagiers vervoerd op de luchthaven”, zegt Feenstra, die er vanaf het begin bij was, in gesprek met Luchtvaartnieuws Magazine.
Feenstra heeft het allemaal zien gebeuren. Op 2 juli 1990 streek de eerste vlucht uit Atlanta, uitgevoerd met een Lockheed L-1011-500 TriStar, in Nederland neer. Een oorkonde die daaraan herinnert prijkt op het Delta-kantoor op Schiphol.
Door de overname van KLM-partner Northwest Airlines raakte de groei van Delta op Schiphol in een stroomversnelling. Voor de coronacrisis stond de teller op 10 rechtstreekse bestemmingen, aangeboden door 21 vluchten per dag. Daarbij zorgde KLM voor de doorverbindingen naar andere bestemmingen in Europa. “Nu zijn er slechts 35 Delta-vluchten per week, als gevolg van de coronacrisis. Maar Schiphol is wél de enige Europese luchthaven die we continu zijn blijven aanvliegen”, zegt Feenstra. Met de nodige maatregelen is het passagiersvervoer nu, zij het beperkt, mogelijk.
Lees het volledige interview in de augustus-editie van Luchtvaartnieuws Magazine. Bestel een los exemplaar of neem een voordelig abonnement.