WASHINGTON - Delta Air Lines en WestJet zien voorlopig af van het creëren van een Amerikaans-Canadese joint venture. De luchtvaartmaatschappijen noemen de voorwaarden die de Amerikaanse regering aan de nauwe samenwerking heeft gesteld “onredelijk en onacceptabel”, zo meldt Reuters.
Het Amerikaanse Department of Transportation (DOT) gaf vorige maand een voorlopige goedkeuring aan de voorgestelde joint venture tussen Delta Air Lines en haar Canadese branchegenoot WestJet. Er werden wel enkele stevige voorwaarden verbonden aan de samenwerking.
Zo mag Swoop, de budgetdochter van WestJet, geen onderdeel uitmaken van de deal. Daarnaast moet WestJet zestien slots opgeven op LaGuardia Airport bij New York, om zo een monopolie tussen New York en Toronto te voorkomen en concurrentie de ruimte te geven.
Delta en WestJet vinden vooral de eis dat slots op LaGuardia moeten worden ingeleverd arbitrair. In een gezamenlijke verklaring melden de maatschappijen nog steeds van plan zijn een joint venture te willen vormen. In de tussentijd kijken ze naar andere mogelijkheden om de alliantie te versterken.
Delta en WestJet kondigden eind 2017 aan een deal te hebben gesloten over het opzetten van een joint venture voor vluchten tussen de Verenigde Staten en Canada. Beide maatschappijen wilden vliegschema’s en tarieven op elkaar afstemmen, de bestaande codeshare-samenwerking uitbreiden en nieuwe routes openen.
Canada is na Mexico de op één na belangrijkste internationale markt voor de Amerikaanse luchtvaart. In de afgelopen vijf jaar steeg de capaciteit op vluchten tussen beide landen met vijftien procent naar 39 miljoen stoelen.
