IJsland heeft geografisch gezien een perfecte locatie voor een tussenstop op trans-Atlantische vluchten. Doordat het land bijna halverwege de route ligt, kan Icelandair met relatief kleine en goedkope vliegtuigen bestemmingen aan beide kanten van de oceaan aanvliegen.

Een ander land met zo’n uitstekende positie is Kaapverdië, dat in de Atlantische Oceaan voor de kust van West-Afrika ligt. Een moderne Boeing 737 of Airbus A320 kan vanaf daar probleemloos naar de meeste bestemmingen in Europa en Zuid-Amerika vliegen.

De kwakkelende nationale maatschappij van Kaapverdië, Cabo Verde Airlines, heeft tot nu toe weinig met dat geografische voordeel gedaan. Het bedrijf heeft slecht een oude Boeing 757 in de vloot. Als het aan Icelandair ligt, dan komt daar snel verandering in.

Een dochterbedrijf van de Icelandair Group heeft samen met enkele IJslandse investeerders vrijdag een bod uitgebracht op een meerderheidsbelang in Cabo Verde Airlines. Het is zeer waarschijnlijk dat de Kaapverdische staat, nu nog de enige aandeelhouder, het bod accepteert.

Icelandair en Cabo Verde Airlines (voorheen TACV) werken al langer samen. Zo hebben de IJslanders geholpen bij de herstructurering van de maatschappij. Maar met de overname wil Icelandair nu echt gaan investeren in Cabo Verde Airlines en er een grote speler van maken.

“De deelname in de acquisitie van een meerderheidsbelang in Cabo Verde Airlines biedt ons grote mogelijkheden”, zo zegt directeur Árni Hermannsson van Loftleidir Icelandic. “De locatie van de Kaapverdische Eilanden is perfect voor aansluitende vluchten”.

Naast het verkeer tussen Europa en Zuid-Amerika, ziet Hermannsson ook kansen om passagiers vanuit Afrika naar de Verenigde Staten te vliegen. Hij wil na de overname van Cabo Verde Airlines vliegtuigen en personeel naar Kaapverdië sturen om een snelle groei mogelijk te maken.