DEN HAAG - Het is volgens financiënminister Sigrid Kaag een "gezonde ontwikkeling" dat luchtvaartmaatschappij KLM niet langer steun nodig heeft van de overheid. Donderdag maakte het bedrijf bekend dat het geen gebruik meer hoeft te maken van een garantstelling van de overheid als het geld wil lenen.
KLM leende tijdens de coronacrisis een miljard euro om de financiële klap op te vangen. Die directe lening werd vorig jaar al terugbetaald. Ook kreeg het de mogelijkheid 2,5 miljard euro te lenen met een garantstelling, en daar ziet het bedrijf nu dus van af. Kaag noemt het een "mooi moment" dat de luchtvaartmaatschappij "weer op eigen benen kan staan".
Aan de garantstelling waren eisen verbonden, bijvoorbeeld op het gebied van duurzaamheid of gevolgen voor de leefomgeving. Een staatsagent hield toezicht daarop, waardoor het kabinet meer invloed kreeg op het bedrijf. Kaag vreest niet dat die invloed nu volledig kwijt is. "We hebben nog steeds aandelen."
KLM liep vorig jaar veel inkomsten mis door de chaos op Schiphol, waar door personeelsgebrek veel vluchten niet konden doorgaan." We weten allemaal dat het een ellendig jaar geweest is op Schiphol", zegt luchtvaartminister Mark Harbers daarover. Tegelijkertijd stelt hij vast dat KLM ondanks die problemen de weg omhoog weer heeft gevonden. "En dat is denk ik ook een opluchting na corona."
Ook Air France gaat het laatste deel van zijn staatssteun bij de Franse overheid terugbetalen. De Franse tak van Air France-KLM kreeg in totaal 3,6 miljard euro steun en kon voor 4 miljard euro lenen met garantstellingen. In april moeten de leningen zijn afbetaald en vervangen zijn door andere leningen.
