Deelnemers aan de proef moeten zich vijf dagen vóór aankomst in Amsterdam laten testen op COVID-19 en gaan vanaf dat moment in quarantaine. Voor vertrek vanaf Atlanta wordt een antigeen-sneltest afgenomen. Alleen bij negatieve testuitslagen mogen ze aan boord.

Reizigers die Nederland binnen willen komen worden enkel toegelaten als zij vijf dagen in quarantaine gaan. Door vijf dagen voor aankomst in Nederland een PCR-test te laten afnemen met negatief resultaat en in zelfisolatie te gaan, kunnen reizigers ervoor kiezen om de quarantaine af te ronden vóór vertrek van hun vlucht.

Als de passagier ook negatief test bij een tweede PCR-test na aankomst op Schiphol, wordt hij of zij vrijgesteld van verdere quarantaine. Op deze manier kan de quarantaineperiode van tien dagen worden gehalveerd naar vijf dagen en bovendien kan de quarantaineperiode deels of vrijwel helemaal voorafgaand aan de noodzakelijke reis worden ingepland, in plaats van na aankomst.

Vooralsnog gaat het om een zeer beperkte proef: van de 21 wekelijkse vluchten tussen Atlanta en Schiphol worden er vier aangewezen; twee van KLM en twee van Delta. Deelname gebeurt op basis van vrijwilligheid en na drie weken wordt de proef geëvalueerd. Die is mogelijk dankzij de medewerking van de Nederlandse overheid.

“Dit is een belangrijke stap om aan te tonen dat testregimes veilig en verantwoord vliegverkeer mogelijk maken en tegelijkertijd de noodzaak van reisverboden en lange quarantainemaatregelen verminderen”, zei Schiphol-topman Dick Benschop bij de bekendmaking van de proef. 

“Totdat er wereldwijd een goedgekeurd werkend vaccin beschikbaar is, is dit testprogramma een cruciale stap voor het herstel van de internationale reisindustrie”, zei KLM-baas Pieter Elbers. Hij wil dat alle partijen gaan werken aan een systematische aanpak van deze snelle tests en ze integreren in de reiservaring van passagiers, zodat quarantainemaatregelen opgeheven kunnen worden.