BREDA - Nederlandse vakantiegangers bezoeken de komende jaren iets meer het buitenland dan dat ze in eigen land blijven. Dat blijkt uit het zojuist verschenen Trendrapport toerisme, recreatie en vrije tijd 2006/2007 van NRIT Media, het Nederlands Research Instituut voor Recreatie en Toerisme.

De Nederlander brengt de meeste vakanties (55 procent) nu al in het buitenland door. De onderzoekers verwachten dat tot en met 2010 het totaal aantal vakanties van Nederlanders met ongeveer 1,8 procent per jaar zal toenemen. Daarbij blijft de groei van binnenlandse vakanties (1,4 procent) achter bij de groei van het aantal buitenlandse vakanties (3,1 procent)

Bijna veertig procent van de Nederlanders onderneemt alleen een lange vakantie (vier of meer overnachtingen), ruim dertig procent zowel een lange als een korte vakantie en zeven procent alleen een korte vakantie. De overige twintig procent van de bevolking is niet op vakantie geweest.

De zomerperiode (mei t/m september) is nog steeds het populairst om op vakantie te gaan. In 2006 gingen 10,1 miljoen mensen in deze periode er even tussenuit. Toch is de winterperiode ook niet onbelangrijk voor de toeristische sector met een aantal van 7,2 miljoen Nederlandse vakantiegangers.

Frankrijk, Spanje en Duitsland staan al jaren aan de top als populairste buitenlandse bestemmingen. Bijna 40 procent van het aantal overnachtingen die Nederlanders in het buitenland doorbrengen, brengen ze in een van deze drie landen door. Frankrijk verloor in 2006 wat terrein terwijl Duitsland juist iets in belangstelling toenam. Een opvallende stijger in 2006 was Azië, een opvallende daler Turkije.