Net als in Nederland wordt er in Oostenrijk gepleit voor een kerosinebelasting. Ook de Oostenrijkse Spoorwegen (ÖBB) willen dat, omdat het oneerlijke concurrentie zou zijn dat de spoorsector wel belasting over elektriciteit moet betalen, maar de luchtvaart geen belasting over brandstof. Volgens Von Hoensbroech wordt er in die vergelijking wel erg makkelijk aan voorbij gegaan dat de spoorwegen jaarlijks miljardensubsidies krijgen van de overheid.

“Ik ben een grote treinfan! Toch is het waar dat hier soms met twee maten wordt gemeten. De luchtvaart betaalt zijn eigen infrastructuur, de spoorwegen krijgen die gratis van de belastingbetaler. En als het om de milieubalans gaat, zijn er ook legitieme vragen, zoals de enorme CO2-uitstoot bij de aanleg van spoorlijnen en tunnels, de versnippering van het landschap door de infrastructuur of de herkomst van de elektriciteit”, aldus Von Hoensbroech.

Volgens de CEO wordt er ten onrechte gedaan alsof de trein en het vliegtuig met elkaar wedijveren. “We zijn praktisch geen concurrenten, omdat het merendeel van onze vervoersdiensten plaatsvindt over afstanden waar de trein geen rol speelt. Zeker als je kijkt naar de CO2-balans. Korte vluchten tot 500 kilometer zijn verantwoordelijk voor slechts 4 procent van de CO2-uitstoot van de luchtvaart. Je gaat nooit met de trein naar de VS. Maar juist hier wordt de meeste CO2 uitgestoten.”

In plaats van het luchtverkeer aan te wijzen als grote boosdoener, moet er volgens Von Hoensbroech ingezet worden op innovatie om de CO2-uitstoot te verlagen. “Het heeft geen zin om het luchtverkeer te demoniseren als een klimaatprobleem en te doen alsof de oplossing is om niet te vliegen. We moeten juist met intelligente oplossingen het vliegen klimaatvriendelijk maken. Dat past niet in ieders politieke verhaal, dat weet ik, maar dat moet uiteindelijk de oplossing zijn.”

Foto: Austrian Airlines