AMSTERDAM - De nachttrein die vanaf dienstregeling 2021 dagelijks tussen Amsterdam en Wenen gaat rijden krijgt 6,7 miljoen euro subsidie van de Nederlandse overheid om de kosten te dekken. De trein moet de concurrentie aangaan met het vliegtuig. De vraag is of dat gaat lukken.
Wie met de trein naar Wenen wil kan vanaf 2021 in Amsterdam, Utrecht of Arnhem aan boord stappen voor een reis van veertien uur. Onderweg wordt er gestopt in München en Innsbruck. De nachttrein moet de concurrentie aangaan met vluchten van Austrian Airlines, Level, easyJet en KLM, die Schiphol in slechts anderhalf uur met de Oostenrijkse hoofdstad verbinden. Ook Innsbruck en München worden vanuit Nederland aangevlogen.
Staatssecretaris Stientje van Veldhoven noemt de nachttrein, die wordt geëxploiteerd door de NS en de ÖBB, een “duurzame en aantrekkelijke manier van reizen” en hoopt de komende jaren twee miljoen mensen te verleiden op korte afstanden de trein te nemen in plaats van het vliegtuig.
De vraag is in hoeverre de nachttrein daar gehoor aan gaat geven. Niet alleen duurt de rit erg lang, maar ook moeten reizigers met het goedkoopste ticket de nacht zittend doorbrengen. Een slaapcoupé is aanzienlijk duurder. Bovendien gaat de trein slechts één keer per dag, terwijl het vliegtuig sneller, goedkoper en frequenter vertrekt. Opvallend genoeg doet de naam van de trein denken aan luchtvaart: NightJet.
