De Nederlandse Spoorwegen (NS) overwegen de prijzen van treinkaartjes en abonnementen volgend jaar fors te verhogen, mogelijk met meer dan 10 procent. Dat meldt het spoorbedrijf in zijn jaarverslag over het afgelopen jaar. Voor dit jaar kon de NS een eerder voorgenomen tariefsverhoging nog uitstellen, maar dat lijkt volgend jaar niet meer mogelijk.
Eigenlijk hadden de prijzen van treinkaartjes en abonnementen dit jaar al met 8,7 procent omhoog moeten gaan. Maar in oktober maakte het demissionaire kabinet bekend 120 miljoen euro vrij te maken om die tariefstijgingen te voorkomen. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat meldde daarbij wel dat het om een incidenteel bedrag ging.
En dat is dus geen structurele oplossing. "NS is derhalve genoodzaakt om vanwege stijgende kosten en het reeds opgelopen 'indexatiegat' over de afgelopen jaren de uitgestelde tariefsverhoging in 2025 alsnog door te voeren, bovenop de reguliere inflatie", schrijft het spoorbedrijf in zijn jaarverslag. "Dat kan een verhoging van meer dan 10 procent betekenen voor 2025."
De NS verhoogde de meeste prijzen vorig jaar met 4,3 procent, een sterkere stijging dan de inflatie van 3,8 procent over heel 2023. Maar in de jaren daarvoor bleven de tariefsverhogingen achter bij de inflatie, waardoor er volgens de NS een 'gat' is ontstaan. Het spoorbedrijf houdt er bovendien rekening mee dat dit gat volgend jaar nog groter kan worden. "Doordat NS de verkooptarieven niet in lijn met inflatie mag/kan verhogen en daar niet of ten dele voor wordt gecompenseerd", beschrijft de NS in het jaarverslag.
Om grip te krijgen op dat risico overlegt het bedrijf onder andere met het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. "Over het dilemma van enerzijds het betaalbaar houden van de treinreis en anderzijds financieel gezond blijven om ook in de toekomst onze reizigers goed van dienst te kunnen zijn en noodzakelijke investeringen te kunnen doen om Nederland mobiel te houden."
Directeur Wouter Koolmees hoopt dat de politiek dit jaar opnieuw zal bijspringen om de verwachte prijsverhoging op te vangen, zo zegt hij in een toelichting.
Jaarcijfers
De NS heeft vorig jaar opnieuw verlies gedraaid. Het onderliggende operationele resultaat kwam uit op 191 miljoen euro, wat minder is dan de 421 miljoen euro aan verlies in 2022. Desondanks is dat resultaat "nog steeds fors onvoldoende om van een financieel gezonde bedrijfsvoering te kunnen spreken", meldt het spoorbedrijf bij de presentatie van de jaarcijfers.
De NS had onder meer last van de gestegen kosten voor bijvoorbeeld salarissen, materieel en onderdelen als gevolg van de inflatie. Daarnaast merkt het bedrijf dat er sinds de coronacrisis nog altijd minder mensen reizen met de trein. Een belangrijke oorzaak daarvoor ziet de NS in het feit dat "het voor veel mensen normaal is geworden om één of meer dagen thuis te werken".
Wel toonde het aantal reizigerskilometers in 2023 wat herstel in vergelijking met het jaar daarvoor. Dat aantal lag vorig jaar op 89 procent van het aantal kilometers in 2019, het laatste jaar voor het uitbreken van de coronacrisis. In 2022 bedroeg dat percentage 76 procent.
De omzet nam onder andere daardoor toe tot ruim 3,7 miljard euro van meer dan 3 miljard euro in 2022. Daarvan kwam bijna 2,9 miljard euro voor rekening van de opbrengsten uit vervoer in Nederland, 483 miljoen euro kwam van de exploitatie van Nederlandse stations. De overige omzet werd gedraaid in Duitsland door dochterbedrijf Abellio.
"Financieel worstelen we nog steeds met de naweeën van corona", stelt Koolmees. "Reizigersaantallen stijgen, maar hoge inflatie en daardoor sterk stijgende kosten voor bijvoorbeeld lonen, IT, energie en materiaal helpen niet."
Veel compensatie voor vertragingen
Door de vele vertragingen heeft de spoorvervoerder vorig jaar veel meer treinreizigers moeten compenseren. De treindienst stond in de tweede helft van het jaar flink onder druk door een combinatie van werkzaamheden aan het spoor, verstoringen en achterstanden bij onderhoudsbedrijven.
In totaal kende de NS vorig jaar 288.345 keer een claim toe voor geld terug bij vertraging. Dat waren er ruim 100.000 meer dan in 2022. Het compensatiebedrag liep op van 2,2 miljoen euro naar 3,1 miljoen euro.
Daarnaast was NS nog 3,6 miljoen euro kwijt aan 142.175 compensaties voor vervangend vervoer, taxi's en hotelovernachtingen van gedupeerde reizigers. In 2022 werd hiervoor nog 32.293 keer gecompenseerd voor in totaal 3,2 miljoen euro.
Volgens de cijfers van de NS kwam in heel vorig jaar uiteindelijk 89,7 procent van de reizigers min of meer op tijd. Dat betekent dat meer dan een op de tien mensen minstens 5 minuten te laat op bestemming aankwam. Daarmee presteerde de NS beduidend slechter dan het eigen streven van 91,5 procent en ook slechter dan de score van 91,6 procent uit 2022.
Problematiek op HSL
De Hogesnelheidslijn (HSL) presteerde nog belabberder. Daar kampte bijna drie van de tien reizigers met minstens 5 minuten vertraging. Er vielen veel treinen uit. Ook was de kans op een zitplaats vorig jaar minder dan een jaar eerder.
Een belangrijke oorzaak van de problemen waren een aantal grote verstoringen en ingrijpende werkzaamheden aan het spoor bij Rotterdam en Schiphol. Ook speelde mee dat onderhoudsbedrijven kampten met tekorten aan technisch personeel, waardoor er minder en kortere treinen beschikbaar waren.
Op de HSL waren er daarnaast problemen door een snelheidsbeperking voor een stuk spoor. Verder vertoonden nieuwe treinen "kinderziektes" en vielen daardoor vaker uit.
Ook in 2024 en daarna staat er nog veel onderhoud gepland. "We draaien er niet omheen dat dit de komende jaren bij momenten nog tot hinder zal leiden", aldus Koolmees.