SCHIPHOL - Reizigersorganisatie Rover luidt de noodklok over de steeds verder stijgende prijzen van treinkaartjes, nu de NS toestemming heeft gekregen om die volgend jaar fors te verhogen. Daardoor kost een retourtje Rotterdam - Schiphol straks bijna 40 euro in de spits.
Maandag maakte staatssecretaris Heijnen bekend dat de NS per 1 januari 2024 de tarieven met 3,5 procent extra mag verhogen bovenop de inflatie. Rover verwacht dat dit de treinkaartjes minimaal 6,5 procent duurder maakt. De NS moet de exacte prijsverhogingen nog bekendmaken.
Normaal mag de prijsverhoging niet hoger zijn dan de inflatieverwachting.
Treinkaartje Schiphol
Met een stijging van 6,5 procent zou een retourtje Rotterdam – Schiphol volgend jaar ruim 37 euro kosten, inclusief toeslag voor de Intercity Direct. Als alternatief kunnen reizigers wel de langzamere Intercity via Den Haag nemen. Dan besparen ze zo’n 6 euro, maar zijn ze twee keer zo lang onderweg.
Daar blijft het bovendien niet bij, want van de staatssecretaris mag de NS in 2026 (dus over drie jaar) nogmaals een extra 3,5 procent prijsverhoging invoeren bovenop de verwachte inflatie. Daarnaast wil ze de NS toestemming geven om een extra spitsheffing in te voeren.
Zelfs als de Tweede Kamer niet akkoord gaat met de komst van een spitsheffing, en de inflatie de komende jaren naar 2 procent per jaar zakt, dan komt de prijs van een treinkaartje Rotterdam - Schiphol in 2026 dus op 40 euro uit. Mét een spitsheffing wordt dat nog flink meer.
Een retourtje Breda - Schiphol komt in het meest gunstige geval in 2026 zelfs rond de 60 euro uit tijdens de spits, terwijl een retourtje Groningen - Schiphol richting de 70 euro kruipt. Voor een gezin is het dan – zelfs na aftrek van parkeergeld - al gauw voordeliger om de auto naar Schiphol te pakken.
Wie in de rustigere daluren reist kan een dalvoordeelabonnement afsluiten om 40 procent op de prijs besparen, maar dat kost wel ruim 5 euro per maand.
Lees verder onder de foto.
De trein van Breda naar Schiphol. Foto: NS/Albert Koch
Zeer bezorgd
Rover vindt de enorme prijsstijgingen onbegrijpelijk. Dit jaar werden NS-tickets ook al 5,5 procent duurder, en abonnementen zelfs tot 11 procent. “Door deze opeenstapeling van prijsverhogingen wordt de trein voor sommige reizigers onbetaalbaar”, aldus de reizigersorganisatie.
Rover pleit er juist voor om de tarieven van treinkaartjes te bevriezen. “De reiziger heeft al tijden te maken met afgeschaalde dienstregelingen. Wat ons betreft past daar maar één tariefverhoging bij en dat is 0 procent”, stelt voorzitter Freek Bos.
“Het kabinet zou moeten inzetten op het stimuleren van reizen met duurzaam vervoer in plaats van reizigers de auto in te jagen door de toch al dure trein nog duurder te maken", vervolgt hij. "Dit is niet uit te leggen aan de reiziger."
Staatssecretaris vindt prijsverhogingen noodzakelijk
Volgens staatssecretaris Heijnen zijn de extra prijsverhogingen juist noodzakelijk om de NS te compenseren voor de forse kostenstijgingen als gevolg van de hoge inflatie, terwijl de reizigersaantallen achterblijven. De inflatie was afgelopen jaar veel hoger dan verwacht.
Heijnen gaat de NS vanaf 2025 ook jaarlijks 13 miljoen euro subsidie geven. Nu betaalt het spoorwegbedrijf de staat jaarlijks nog 86 miljoen euro concessievergoeding, maar daar komt een einde aan, dus dat levert per jaar bijna 100 miljoen euro voordeel op.