UTRECHT - De slappe bodem onder het Nederlandse spoor zorgt in een deel van het land voor mogelijke problemen voor het treinverkeer. Er is een risico op spoorverzakking, waardoor treinen op sommige plekken minder hard kunnen rijden of er kunnen minder extra treinen rijden dan gepland. Ook maakt de NS zich zorgen over de toekomstige dienstregelingen door de slappe grond, laat een woordvoerder weten na een bericht van Treinreiziger.nl.
"Nu in coronatijd zitten de trein nog halfvol, maar we verwachten een enorme groei van reizigers in de toekomst, met het oog op de woningnood en klimaatdoelen. Dan willen we snellere en meer treinen kunnen inzetten en dat kan mogelijk op sommige plekken hierdoor niet" laat de woordvoerder van NS weten. "Natuurlijk willen we zes treinen per uur tussen Utrecht-Leiden en sneller naar Berlijn, maar alleen als dat kan."
Ongeveer een derde van het Nederlandse treinspoor ligt op zogenoemde slappe grond. "Treinen gaan steeds harder rijden, steeds vaker en zijn ook steeds zwaarder. Het spoor kan maar een bepaald gewicht hebben en de sporen zijn op de veel plaatsen al meer dan honderd jaar oud. Met name in het westen van het land, waar veel zachte veengrond is, kan dat leiden tot een spoorverzakking", aldus een woordvoerder van ProRail.
Op tientallen plekken zorgt dat al voor hinder voor de geplande dienstregeling. Zo is het nog maar de vraag of er extra sprinters kunnen worden ingezet tussen Den Haag en Rotterdam vanwege de bodem bij Schiedam, aldus ProRail. Tussen Leiden en Utrecht worden zelfs sprinters ingezet als intercity, omdat deze treinen lichter en dus minder belastend zijn voor het spoor.
Ook mogen treinen op sommige plekken al minder hard rijden. Op het traject Amsterdam-Eindhoven zijn de snelle tienminutentreinen een probleem, waardoor treinen minder hard mogen rijden bij Culemborg. Tussen Amsterdam en Utrecht mag nu 140 kilometer per uur worden gereden in plaats van 160 kilometer. Ook nachttreinen, zoals de nieuwe nachttrein naar Zürich, mogen tussen Utrecht en Arnhem niet harder rijden dan 100 kilometer per uur omdat deze treinen relatief zwaar zijn.
ProRail is een groot onderzoek gestart om te inventariseren op welke plekken er bodemproblemen zijn en welke maatregelen daarvoor moeten worden genomen. Naar verwachting is dat onderzoek eind 2022 afgerond. Ook werkt ProRail samen met onderzoeksinstituut Deltares en de TU Delft aan een ander langdurig onderzoek naar de bodemverzakking. "Dit komt echt niet als een verrassing, wij zijn hier al jaren mee bezig', aldus de woordvoerder van ProRail.