BRUSSEL - Het herstel van het passagiersvervoer op de Europese luchthavens tot het niveau van voor de coronacrisis lijkt in zicht. Per luchthaven verschillen de passagiersaantallen nog fors, meldt koepelorganisatie ACI Europe. Van de vijf grootste Europese luchthavens was Istanbul (12,4 procent) afgelopen augustus de enige die het passagiersniveau van vóór de pandemie overtrof
Het passagiersvervoer op Schiphol lag in die maand nog 11,1 procent lager dan in 2019. In Parijs was dat 12,7 procent minder en in Frankfurt 15 procent minder.
Ondanks de hoge inflatie, de duurdere vliegtickets en de oorlog in Oekraïne zal het passagiersvervoer dit jaar 95,5 procent bedragen van het volume van vóór de pandemie in 2019, verwacht ACI. In 2022 ging het nog om 91 procent.
Voor volgend jaar verwacht ACI een stijging van 1,4 procent ten opzichte van het niveau van voor de pandemie in 2019. In 2027 moet dat gestegen zijn tot 9,2 procent.
Het herstel doet zich niet op alle luchthavens voor, zegt Olivier Jankovec, directeur-generaal van ACI Europe. In het verleden, bijvoorbeeld na 11 september of de financiële crisis, herstelden de meeste luchthavens zich doorgaans in een vergelijkbaar tempo. Deze keer niet. Dit is volgens hem zowel te wijten aan de oorlog in Oekraïne als de structurele veranderingen op de luchtvaartmarkt na corona.
Het passagiersverkeer op de Europese luchthavens lag in augustus nog 3,4 procent lager dan voor de coronacrisis. Vergeleken met augustus vorig jaar stegen de passagiersvolumes met 11 procent, waarbij het internationale passagiersverkeer (13,2 procent) tweemaal zo snel groeide als het binnenlandse passagiersverkeer (6 procent).