Om dat te bereiken, wil Amsterdam in het MIRT-overleg van december een concreet voorstel presenteren. Dat zei Hoite Detmar, projectdirecteur Noord-Zuidlijn namens de gemeente, volgens OV-Magazine. MIRT is het overheidsprogramma voor investeringen in de infrastructuur.

Naast Amsterdam zijn ook de gemeente Haarlemmermeer, Schiphol, KLM, de VRA, NS en ProRail betrokken bij dit project. Uiteindelijk moet de regering besluiten of de metrolijn gebouwd wordt. Volgens ingewijden zou de regering daarvoor geld uit het Wopke-Wiebesfonds willen reserveren.

Robuustere infrastructuur
Detmar vindt een snelle aanleg belangrijk: “Want niet alleen station Schiphol staat op barsten, maar de hele regio loopt vast. Zeker gezien de woningbouwopgave. En we willen de milieuambities een boost geven, door korte afstand vliegverkeer te kunnen vervangen door treinen.”

Door het doortrekken van de metro zou er op Schiphol meer ruimte komen voor internationale treinen. Ook maakt het de infrastructuur minder kwetsbaar en ontlast het de luchthaven als OV-knooppunt. Veel bussen die nu nog op Schiphol stoppen, kunnen dan in Hoofddorp eindigen.

Realistisch?
Of het echt realistisch is om al in 2022 te beginnen met de aanleg, is maar de vraag. Gezien de complexiteit van zo’n groot project en de procedures die doorlopen moeten worden, zou zelfs 2024 al behoorlijk snel zijn. Maar het is duidelijk dat Amsterdam er geen gras over laat groeien.

De bouw gaat naar verwachting minimaal zes tot zeven jaar duren.