De beperking op vloeistoffen in de handbagage op vluchten komt mogelijk op korte termijn te vervallen. Dat verwacht directeur Willie Walsh van de internationale brancheorganisatie voor luchtvaartmaatschappijen IATA. Hij wijst erop dat de scanners die gevaarlijke materialen kunnen herkennen flink verbeterd zijn.
Op de meeste vluchten is het alleen toegestaan om vloeistoffen mee te nemen in verpakkingen van maximaal 100 milliliter, met een totaal van een liter per passagier. Vloeistoffen moeten bovendien zijn verpakt in een doorzichtige tas of zak en op verzoek getoond kunnen worden aan beveiligingsmedewerkers.
De veiligheidsregels werden in 2006 ingevoerd en moeten voorkomen dat explosieven het vliegtuig worden binnengesmokkeld. Maar Walsh ziet "tekenen dat de vloeistofbeperking te zijner tijd zal worden opgeheven", vooral door de geavanceerdere scanners. Een exacte datum kon hij echter nog niet geven.
Schiphol, Eindhoven Airport en Rotterdam The Hague Airport hadden de afgelopen jaren scanners waardoor reizigers verpakkingen groter dan 100 milliliter mee konden nemen in hun handbagage. Maar door nieuwe richtlijnen van de Europese Commissie moesten de luchthavens dit beleid per 1 september van dit jaar terugdraaien. Brussel wilde de vloeistofregels in alle lidstaten van de Europese Unie namelijk gelijktrekken.