SCHIPHOL/DEN HAAG – Minister Harbers heeft de krimp van Schiphol naar 440.000 vluchten al een jaar moeten uitstellen, van eind 2023 naar eind 2024, maar het is zeer onzeker of die nieuwe planning wel gehaald gaat worden. Daarvoor waarschuwt slotcoördinator ACNL in een advies aan de minister. De juridische procedure kost namelijk veel tijd. Daardoor dreigt minimaal een half jaar uitstel, naar het voorjaar van 2025 of later.
Toen het kabinet afgelopen juni aankondigde dat Schiphol moet krimpen van 500.000 naar 440.000 vliegbewegingen per jaar, om de overlast voor omwonenden te verminderen, was het nog het plan om dat bij de start van het winterseizoen 2023/2024 geregeld te hebben.
Maar in het najaar liet Harbers, onder meer in een interview met Luchtvaartnieuws Magazine, weten dat die planning niet gehaald gaat worden. Er moet namelijk van de Europese Unie eerst een zogeheten Balanced Approach-procedure doorlopen worden.
In die procedure moet het kabinet onderbouwen waarom de capaciteit van Schiphol wordt beperkt en welk doel daarmee gediend is. Het kabinet zal daarin moeten uitleggen waarom alleen met krimp naar 440.000 vluchten de doelen voor het verlagen van de geluidsoverlast gehaald kunnen worden.
Dat is een uitgebreid proces, inclusief consultatierondes waarin betrokkenen hun visie kunnen geven. Vervolgens moet er ook nog een wettelijke verankering komen voor de krimp, en dat allemaal voor mei 2024, wanneer ACNL de slots voor het winterseizoen 2024/2025 moet gaan verdelen.
ACNL is er dan ook bepaald niet van overtuigd dat de nieuwe planning wel gehaald gaat worden. De slotcoördinator schrijft in een rapport dat maandag naar de Tweede Kamer is gestuurd:
“De Balanced Approach-procedure kent een aantal verplichte consultatieronden. Naast een startbijeenkomst is er een open brede consultatieronde van 3 maanden en is een kennisgevingstermijn van 6 maanden verplicht. Op dit moment wordt door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat voorzien dat de procedure begin 2024 is afgerond en de reductie per november 2024 (winterseizoen 2024/2025) in werking treedt.”
“Om de uitkomsten mee te kunnen nemen in de capaciteitsdeclaratie van de Royal Schiphol Group voor het winterseizoen 2024/2025 moeten de uitkomsten een wettelijke grondslag hebben. De capaciteitsdeclaratie moet uitgebreid zijn besproken in het CCN (Coordination Committee Netherlands) en afgerond zijn voor mei 2024 zodat ACNL dit mee kan nemen in de slotallocatie voor het winterseizoen 2024. Gezien de minimale periode die benodigd is voor de Balanced Approach-procedure en de daaropvolgende wettelijke verankering in een ministeriële regeling is deze planning erg onzeker.”
Als die planning niet gehaald wordt, dan moet de krimp naar 440.000 vluchten minimaal een half jaar uitgesteld worden, naar april 2025, wanneer het zomerseizoen in de luchtvaart van start gaat. De slots worden namelijk per halfjaar (winter- en zomerseizoen) verdeeld.
Volgens ACNL is het echter praktischer om de krimp bij de start van het winterseizoen in te laten gaan, aangezien dan een nieuw gebruiksjaar begint (en dat maximum van 440.000 vluchten per gebruiksjaar geldt, niet per kalenderjaar). Dat zou uitstel tot november 2025 betekenen.
Tussenstap vanaf dit najaar
Omdat krimp naar 440.000 vluchten zoveel tijd kost, wil minister Harbers als tussenstap vanaf dit najaar (november 2023) al strenger gaan handhaven op de bestaande geluidsregels. Daarmee wordt er gemikt op een maximum van ongeveer 460.000 vluchten per jaar. Dat is namelijk wel al mogelijk zonder de Balanced Approach-procedure van de Europese Unie doorlopen te hebben.
ACNL waarschuwt dat ook hier haast geboden is om de deadline te halen, aangezien Schiphol al op 4 mei de beschikbare capaciteit moet declareren bij ACNL voor de verdeling van de slots voor het winterseizoen. De slotcoördinator wil de krimp gelijkmatig over luchtvaartmaatschappijen verdelen.
