AMSTERDAM – Er worden nu nog relatief veel internationale congressen in Nederland georganiseerd. Maar door de krimp van Schiphol, de onvoorspelbare ontwikkeling van de toeristenbelasting en de relatief beperkte budgetten om nieuwe congressen naar ons land te halen staat die positie onder druk. Dat schrijven economen van ABN Amro deze week in een analyse.
De grote steden van Nederland behoren tot de top van Europa als het gaat om het organiseren en ontvangen van zakelijke evenementen en congressen. Dat levert kennis en geld op. Zakelijke bezoekers genereren per dag drie tot vier keer zoveel inkomsten als recreatieve bezoekers. Per verblijf spendeert een individuele zakenreiziger 633 euro. De congresganger spant de kroon en spendeert per verblijf gemiddeld 1.131 euro.
Volgens marktonderzoeker Respons leverden zakelijke evenementen en congressen in 2019 in totaal 9,1 miljard euro op. Daarmee vormen zakelijke toeristen een belangrijke inkomstenbron voor Nederland. Bovendien genereert de zakelijke evenementenmarkt 136.000 banen, waarvan 71.000 in de sector zelf en 65.000 bij toeleverende bedrijven.
ABN AMRO maakt zich echter zorgen over het gebrek aan belangstelling voor zakelijke evenementen bij beleidsmakers. Buitenlandse steden lokken congressen met gratis OV of met een welkomstreceptie op een bijzondere locatie. In Nederland gebeurt dat niet of nauwelijks. Dit zet druk op de ontwikkeling van de Nederlandse kenniseconomie. Hoewel Nederland nog steeds hoog scoort, daalt het aantal toonaangevende congressen in Nederland al sinds 2016, al vormt Rotterdam een uitzondering op die trend.
De bank vreest dat door de krimp van Schiphol het aantal congressen verder zal dalen. Een afname van het aantal vluchten op Schiphol zal de bereikbaarheid van Nederland beperken en prijzen stuwen, schrijven economen Stef Driessen en Sabine Sleijffers. Nederland is bovendien het enige land ter wereld dat het aantal vluchten substantieel wil verminderen.
Ook de steeds verder stijgende toeristenbelasting in Amsterdam (waardoor die inmiddels de hoogste van alle grote Europese congressteden is) en de beperkte marketing- en promotiebudgetten van gemeenten zetten de aantrekkelijkheid voor internationale congressen verder onder druk.