AMSTERDAM - Beide vluchten naar Japan vanaf Schiphol waren donderdag volgeboekt, ondanks de rampzalige situatie in een deel van het Aziatische land. Er waren wel annuleringen, maar die plekken worden weer opgevuld door andere reizigers, zo liet een KLM-woordvoerster weten. De luchtvaartmaatschappij vliegt dagelijks op Tokio.
Het lijkt erop dat bijna alleen Japanners of Nederlanders met een Japanse achtergrond nog naar Tokio vliegen: zakenmensen, toeristen en personen die hun familie opzoeken. Op het vliegveld waren donderdag geen Nederlanders te vinden die op een vlucht naar Tokio stapten. Degenen die naar Japan gingen, wonen in het westen en zuiden van het land of bezoeken daar familie. Het door de aardbeving en tsunami getroffen gebied ligt in het noordoosten.
De 22-jarige studente Sayuri Minakama was samen met haar moeder op bezoek bij haar Nederlands-Colombiaanse tante in Den Haag. "Ik heb aangeboden dat ze hier mochten blijven, maar ze willen terug naar de broer en vader", zei de tante. "Ik vind het heel verdrietig dat ze gaan. Maar als de problemen te ernstig worden, zijn ze altijd welkom." Minakama woont in de buurt van de hoofdstad. Volgens haar is het grootste probleem in Tokio dat er weinig treinen rijden en er slechts een paar uur elektriciteit is per dag.
Thuiswerken
De Japanse zakenman Shig Matsko (44) zegt geen andere keus te hebben dan af te reizen naar de stad Chiba bij Tokio, omdat hij daar met zijn vrouw woont. Hij maakt zich zorgen over de situatie. Maar als die te gevaarlijk wordt, kan hij terecht bij zijn moeder in het westen. Matsko mag van zijn werkgever thuiswerken. Hij hoeft niet naar Tokio vanwege de treinproblemen, die worden veroorzaakt door het gebrek aan elektriciteit.
De 37-jarige Aki, die in Nederland woont met haar kindje en Nederlandse partner, brengt een bezoek aan haar familie in de buurt van de stad Kyoto. "Daar is het rustig." Mensen hamsteren batterijen en water voor zichzelf, of om naar familie in het rampgebied te sturen. "Ik ben een beetje bang, maar ik wil mijn familie zien."
(c) ANP