MONTREAL - Op de ICAO-top in Montreal is een akkoord bereikt over betere regelgeving rond het vliegen boven conflictgebieden. Dit moet ervoor zorgen dat informatie over onveilige situaties in het eigen luchtruim wordt gedeeld. Daarnaast is de bedoeling dat er een algehele, duidelijke bewaarplicht komt zodat radarbeelden altijd gebruikt kunnen worden bij een ongevalsonderzoek.
Het besluit is genomen naar aanleiding van een Nederlands voorstel op de ICAO-vergadering van 191 landen, die elke drie jaar plaatsvindt in Montreal. Het voorstel is op initiatief van Nederland voorbereid en uiteindelijk door 44 Europese landen, Maleisië en Australië ingediend.
Het voorstel komt voort uit de aanbevelingen van de Onderzoekraad voor Veiligheid (OVV) uit oktober 2015 naar aanleiding van de ramp in 2014 met vlucht MH17, die boven Oost-Oekraïne door een raket werd neergehaald. Na de ramp bleek dat bepaalde luchtvaartmaatschappijen het luchtruim van Oekraïne al geruime tijd meden, terwijl veel andere airlines - waaronder Malaysia Airlines - nog volop boven het oorlogsgebied vlogen.
Risico-analyses
ICAO neemt ook andere aanbevelingen van de OVV over. Zo zullen de verantwoordelijkheden van lidstaten voor het sluiten van hun luchtruim in geval van een conflict in regels worden gevat. Een andere aanbeveling die wordt overgenomen is het maken van risico-analyses door staten en luchtvaartmaatschappijen.
De Algemene Vergadering sluit niet uit dat het Verdrag van Chicago uit 1944 wordt gewijzigd ten aanzien van luchtruimsluiting. Dat gebeurt in het geval dat de bestaande mogelijkheden om een verplichte sluiting van het luchtruim af te dwingen onvoldoende zijn.