DEN HAAG - Van ruim driekwart van de stoffelijke resten die zijn gevonden na de vliegtuigramp in Oekraïne, is het DNA-profiel bekend. Van de rest kan nog geen profiel gemaakt worden wegens de staat waarin die resten verkeren. Daar moet opnieuw onderzoek naar gedaan worden.
Dat zei Wim Heijnen, hoofd afdeling medisch-forensisch onderzoek van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI), woensdag tijdens een persconferentie. Hierin werd een toelichting gegeven op het verloop van het identificatie-onderzoek van de slachtoffers van de vliegramp met vlucht MH17.
Inmiddels zijn 173 inzittenden officieel geïdentificeerd, 73 lichamen zijn teruggegeven aan de families. Er zijn volgens Arie de Bruijn, operationeel hoofd van het Landelijk Team Forensische Opsporing, wel inmiddels nieuwe identificaties geweest. "Maar we willen eerst de familie inlichten voordat we dat naar buiten communiceren."
Bij de vliegramp op 17 juli kwamen 298 mensen om het leven toen het vliegtuig waar ze in zaten werd neergehaald boven Oost-Oekraïne. Onder hen waren 196 Nederlanders. Daarnaast zaten er mensen aan boord uit Maleisië, Australië, Indonesië, Verenigd Koninkrijk, België, Duitsland, Filipijnen, Canada en Nieuw-Zeeland.
De identificatie gebeurt in de Korporaal van Oudheusdenkazerne in Hilversum.
(c) ANP