DEN HAAG - Een taxirit in de stad is gemiddeld een kwart goedkoper geworden sinds het nieuwe tarievenstelsel dat vorig jaar februari is ingevoerd. Een gemiddelde stadsrit kost nu 13,48 euro. Buiten de stad is de taxi echter ietsje duurder geworden. Dat heeft het ministerie van Verkeer en Waterstaat woensdag (11 maart) laten weten.

Sinds februari vorig jaar moet iedere taxi in Nederland zich aan de nieuwe tarieven houden.


Het instaptarief mag niet hoger zijn dan 7,50 euro, waarbij de eerste twee kilometer zijn inbegrepen. Daarna bedraagt de maximale kilometerprijs 2,20 euro. Het maakt daarbij niet uit hoe lang de taxi voor een rood stoplicht of in de file staat.

Een meerderheid in de Tweede Kamer wil echter dat de duur van een ritje weer gaat meetelen in de prijs. Volgens Tweede Kamerlid Jan Mastwijk van het CDA betalen passagiers op het platteland namelijk de rekening van de nieuwe tarieven. Emile Roemer van de SP stelt dat veel taxichauffeurs de spits mijden omdat zij door files dan nauwelijks iets verdienen.

Roemer en Lia Roefs van de PvdA tellen dat moderne boordcomputers de afstand en duur van een rit kunnen combineren in de uiteindelijke ritprijs. Op dit moment bekijkt Huizinga of zij de chauffeurs en de mensen op het platteland tegemoet kan komen. Dat moet dan wel op een manier waarop het voor klanten vooraf duidelijk blijft wat de rit gaat kosten.

Uit het onderzoek blijkt ook dat de omzet van taxibedrijven is gedaald. Dit komt doordat het aantal taxibedrijven is toegenomen, terwijl de totale omzet in de branche gelijk is gebleven.

Overigens kondigde de staatssecretaris vorige zomer aan dat de taximarkt opnieuw op de schop gaat. Het gaat onder andere om het aanpakken van vrije rijders die voor chaotische toestanden bij populaire standplaatsen in de grote steden zorgen.


(c) ANP