'Sluiten van luchtruim is motie van wantrouwen'

25 oktober 2014 - 12:46 | Door: 
onze redactie

AMSTERDAM - Het luchtruim boven risicogebieden blijft vaak lang toegankelijk voor passagiersvliegtuigen omdat informatie over veiligheid politiek wordt beïnvloed. Regeringen willen hun eigen luchtruim niet sluiten omdat ze dan indirect toegeven de situatie niet meer in de hand te hebben. Dat meldt het Haarlems Dagblad zaterdag, honderd dagen na de ramp met vlucht MH17 boven Oekraïne.

De krant deed een rondvraag bij diverse luchtvaartdeskundigen. Conclusie is dat regeringen sluiten zelden het luchtruim van een ander land voor eigen toestellen sluiten. De reden: het zou gezien kunnen worden als een motie van wantrouwen tegen dat andere land.

Gevolg is dat luchtvaartmaatschappijen vaak onbetrouwbare informatie krijgen over risico's van een route. Vaak lijken onwetendheid, achterdocht en financiën het kiezen van een vliegroute te beïnvloeden.

830 vluchten
Bekend was al dat er vlak voor het neerschieten van vlucht MH17 nog volop werd gevlogen boven het strijdgebied in Oost-Oekraïne. Op verzoek van het Haarlems Dagblad stelde de website Flightradar24.com een lijst samen met alle vluchten die in de week voor de ramp over Donetsk vlogen. De lijst beslaat uit 830 vluchten van in totaal 67 verschillende maatschappijen. KLM komt 24 keer op de lijst voor. Malaysia Airlines 48 keer.

Hugo Roos, oud-hoogleraar luchtvaarteconomie aan de Erasmus Universiteit, stelt dat sluiting van het luchtruim in eerste instantie een afweging van dat land zelf is. “Maar als je je luchtruim sluit, geef je feitelijk toe dat je de situatie in eigen land niet meer in de hand hebt.” Op het moment van de ramp met de MH17 was vliegverkeer in Oekraine boven zo’n 10.000 meter toegestaan.

Ook inkomsten spelen een rol bij de keuze om een luchtruim te sluiten. “Als je over een land vliegt, moet je daar voor betalen. Juist een land in oorlog heeft geld nodig”, zegt Nico Voorbach, voorzitter van de European Cockpit Association. Naar schatting verdiende Oekraïne voor de ramp met MH17 jaarlijks zo’n 160 miljoen euro aan de overvliegende toestellen.

Inlichtingendienst
Pilotenbonden VNV en ECA willen dat inlichtingendiensten informatie gaat voorzien aan luchtvaartmaatschappijen. Op dit moment zijn er contacten met de inlichtingendienst, maar die waarschuwen airlines alleen als het ’tijdens het reguliere onderzoek’ op belangrijke informatie stuit. "De geheime dienst is verantwoordelijk voor veiligheid op Nederlands grondgebied, dus ook voor de veiligheid in Nederlandse vliegtuigen", is de redenering.

Ondertussen werkt een task force van VN-luchtvaartorganisatie ICAO aan programma’s om de informatiedeling over de risico’s van vliegen boven conflictzones te verbeteren. Deelnemers aan de Task Force on Risks to Civil Aviation arising from Conflict Zones (TF RCZ) zijn landen, regionale organisaties en diverse groepen uit de luchtvaartindustrie. Maar tot het zover is zijn luchtvaartmaatschappijen vooral op zichzelf aangewezen.

Dossier: 
Copyright Reismedia BV 2024 - Cookieinstellingen