SCHIPHOL - Air France en KLM vormen al ruim tien jaar één bedrijf, maar in de praktijk is daar nog veel te weinig van te merken. Dat zegt Robert Swankhuizen, bestuurslid van de Nederlandse Vereniging van Luchtvaart Technici (NVLT), in het aprilnummer van Luchtvaartnieuws.
Er was de afgelopen maanden sprake van grote onrust binnen Air France-KLM. Grotere macht voor 'Parijs', de poging van een greep uit de KLM-kas door de holding en onvrede in Nederland over het gebrek aan concrete bezuinigingsplannen bij Air France zetten de verhoudingen op scherp. De sentimenten liepen hoog op, en nog sudderen ze door.
Swankhuizen maakt zich zorgen over de sentimenten die binnen de onderneming leven. "Wat al die sentimenten veroorzaken, is dat mensen binnen de onderneming steeds verder van elkaar verwijderd gaan worden" (…) "Er is een lachende derde, en dat is de concurrent."
Parallel aan de negatieve sentimenten -zowel in Frankrijk als in Nederland - wordt er volgens Swankhuizen teveel gedacht als 'KLM' en 'Air France'. "De een doet dit, de ander doet dat. Maar dat is onterecht. We zijn één bedrijf. Zo worden we door de buitenwereld ook bekeken."
Hij wijt veel van de onderlinge problemen aan cultuurverschillen en de taalbarrière. "Want in de lagere managementlagen wordt bij Air France heel weinig Engels gesproken."
Binnen de onderhoudsdivisie is er volgens Swankhuizen wel veel meer sprake van een 'wij-gevoel' dan elders in de onderneming. Dat komt volgens hem omdat er veel zaken geïntegreerd zijn.
Lees het volledige artikel in het aprilnummer van Luchtvaartnieuws. Bestel het nummer online.