UTRECHT - De NS verwacht slechts een licht herstel van de passagiersaantallen in de tweede helft van dit jaar, zo liet het spoorwegbedrijf bij de presentatie van de halfjaarcijfers weten. Hoewel studenten weer terugkomen en het aantal sociaal-recreatieve reizigers verder groeit, blijft het woon-werkverkeer naar verwachting achter. De vooruitzichten zijn “erg onzeker”.
De vervoerder kende financieel een dramatisch halfjaar. Zonder overheidssteun en een eenmalige meevaller in het Verenigd Koninkrijk, kwam de NS in de eerste helft van 2021 uit op een negatief onderliggend resultaat van 601 miljoen euro. Alleen door overheidssteun in Nederland en lagere beëindigingsvergoedingen in het Verenigd Koninkrijk, heeft het bedrijf een positief bedrijfsresultaat geboekt van 389 miljoen euro. Het nettoverlies kwam uit op 25 miljoen euro.
In Nederland zijn de reizigersaantallen in de eerste helft van dit jaar nog lager uitgevallen dan de neerwaarts bijgestelde prognoses van vorig jaar. Waar de NS nagenoeg een volledige dienstregeling reed, waren de reizigersaantallen 35 procent ten opzichte van voor corona, toen de NS op werkdagen nog 1,3 miljoen reizigers vervoerde. De belangrijkste oorzaak hiervan waren uiteraard de coronamaatregelen. Wél waren de passagierscijfers in juni al aanzienlijk hoger dan in januari.
De dagelijkse spits ontbrak door corona bijna volledig en dat was te merken in de trein: 99,9 procent van de reizigers had in de “traditionele spitstijden” een zitplaats. Hoewel er fors minder reizigers waren, kwamen ze wel vaker op tijd: 95,2 procent tegenover 93,5 procent vorig jaar. 81 procent van de reizigers gaf diens station een rapportcijfer 7 of hoger. Tijdens de laatste meting in 2020 was dit nog 79 procent. Verder kon er geen onderzoek gedaan worden naar de tevredenheid van reizigers.
‘Nederland kan niet wachten om erop uit te trekken’
“Bij elke versoepeling wordt duidelijk dat Nederland niet kan wachten om er weer op uit te trekken. We rijden ondanks corona nagenoeg de volledige dienstregeling voor onze reiziger. Dat is een groot compliment waard aan onze mensen die in moeilijke omstandigheden hun werk blijven doen. Maar de onzekere situatie duurt voort voor onze collega’s en voor onze reizigers en dat zien wij terug in de reizigersaantallen en in onze financiële cijfers”, zegt topvrouw Marjan Rintel.
Hoewel de NS blij is met de financiële steun van de Nederlandse overheid, in de vorm van de beschikbaarheidsvergoeding die tot september volgend jaar verstrekt wordt, is het volgens het spoorwegbedrijf ook van belang om te blijven investeren in de toekomst.
Rintel: “We blijven investeren om de reizigers weer terug te kunnen ontvangen. Het testprogramma van de nieuwe snelle intercity ICNG is in volle gang en we starten in september de testdagen met een ‘tienminutentrein’ op twee nieuwe trajecten die in december van start gaan (Arnhem-Schiphol en Schiphol-Rotterdam, red.). Ik roep een nieuw kabinet dan ook op om met lef te blijven investeren in de bereikbaarheid van Nederland. Het spoor speelt hierin een cruciale rol, zeker gezien de enorme woningbouwopgave in combinatie met de klimaatambities die Nederland heeft. Niemand wil een woning die niet bereikbaar is.”