DEN HAAG - De versnelling van de IC Berlijn heeft vertraging opgelopen, meldt staatssecretaris Van Weyenberg in een brief aan de Tweede Kamer. Om de trein een interessanter alternatief voor het vliegtuig te maken, had de reistijd per 2024 met een half uur moeten afnemen. Maar het gaat niet lukken om op tijd de benodigde infrastructurele aanpassingen te doen. Daarom wordt het nu op zijn vroegst 2026 en mogelijk zelfs pas 2030, aldus de staatssecretaris.
“Voor de middellange termijn is de ambitie uitgesproken om per dienstregeling 2024 de Berlijntrein met een half uur te versnellen: van 6 uur en 22 minuten naar 5 uur en 50 minuten. Dit kan behaald worden door een combinatie van infrastructurele maatregelen, aanpassingen in de dienstregeling en aanschaf van nieuw materieel waarmee wordt aangesloten op het nieuwe en snellere treinpad in Duitsland”, schrijft Van Weyenberg.
“Bij de verkenning van de infrastructurele maatregelen die ProRail begin 2021 is gestart, is gebleken dat realisatie van de infrastructurele maatregelen een aantal jaren langer gaat duren. […] Voor elke aanpassing moet een planologische procedure worden doorlopen. De eerdere geschatte doorlooptijd van 4 tot 5 jaar is bijgesteld naar 5 tot 9 jaar. Afhankelijk van de te kiezen maatregelen is realisatie nu voorzien tussen 2026 en 2030.”
'Forse tegenslag'
De staatssecretaris noemt het “voor alle betrokken partijen een forse tegenslag op weg naar realisatie van de versnellingsambitie”. Hoewel een half uur kortere reistijd per 2024 dus niet gaat lukken, bekijkt Van Weyenberg wel met NS en ProRail of het mogelijk is om al een deel van die reistijdverkorting te realiseren. Hij (of zijn opvolger) stuurt hierover in het tweede kwartaal van volgend jaar een update naar de Tweede Kamer.
Het gaat om relatief kleine aanpassingen aan de infrastructuur die meer tijd nodig hebben, zoals een extra perron op station Oldenzaal, aanpassingen aan station Deventer en verhoging van de baanvaksnelheid tussen Hengelo en de Duitse grens van 125 naar 140 kilometer per uur. In combinatie met de inzet van nieuwe treinen en een nieuwe dienstregeling kan de reistijd tussen Amsterdam en Berlijn daardoor een half uur omlaag.
Hoewel de trein daarmee een interessanter alternatief voor het vliegtuig wordt, blijft laatstgenoemde vervoersmiddel doorgaans de snelste optie om naar de Duitse hoofdstad te reizen. Althans voor mensen in het westen van het land. Vanuit Twente (waar de trein de Duitse grens oversteekt) is het nu al sneller om de trein te nemen dan eerst naar Schiphol te reizen en daar het vliegtuig te pakken.
De vorige NS-topman, Roger van Boxtel, gaf in 2018 nog aan de reistijd van de IC Berlijn naar vier uur te willen versnellen. Maar dat is niet haalbaar gebleken zonder de aanleg van een nieuwe en vele miljarden kostende hogesnelheidslijn.
Een impressie van de nieuwe Talgo-treinen die Deutsche Bahn besteld heeft voor de verbinding tussen Amsterdam en Berlijn. Deze kunnen iets sneller rijden en hebben geen locwissel nodig aan de grens, wat bijdraagt aan de reistijdversnelling van een half uur.