GENÈVE - De internationale brancheorganisatie voor de luchtvaart IATA wil dat de Europese Commissie haar wet- en regelgeving voor de luchtvaartbranche verdedigt. Daarmee reageert IATA op een uitspraak van het gerechtshof, die vrijdag oordeelde dat de Staat het jaarlijkse aantal vluchten via Schiphol mag verlagen. Volgens de rechter zijn Europese regels niet van toepassing op die plannen, IATA denkt daar anders over.
Centraal in de zaak staat het volgen van Europese regelgeving. Die schrijft voor dat eerst een doel moet worden geformuleerd voor het terugdringen van de geluidshinder van Schiphol. Hieruit komt vervolgens een aantal maatregelen voor de middellange en lange termijn. Zijn die maatregelen onvoldoende, dan pas mag worden gedacht aan capaciteitsreductie.
Maar de beroepsrechters zijn van oordeel dat het hier om een tijdelijke maatregel gaat. Daarom is het doorlopen van een dergelijke procedure niet nodig, aldus het gerechtshof. De voorzieningenrechter oordeelde in het eerdere kort geding nog het tegenovergestelde. De Staat had juist wel de procedure volgens de Europese regels moeten doorlopen.
"Dit is een teleurstellende uitkomst voor reizigers, verladers, de Nederlandse economie en luchtvaartmaatschappijen", zegt IATA-directeur Willie Walsh. "Terwijl we de uitspraak en de complexiteit ervan bestuderen, willen we duidelijkheid van de Nederlandse regering over haar bedoelingen. De volledige impact van deze beslissing op de geplande capaciteitsverminderingen is onduidelijk."
Het kabinet heeft wel al laten weten het maximumaantal vluchten op Schiphol vanaf eind maart, bij de start van het zomerseizoen 2024, te willen verlagen van 500.000 naar 460.000, maar daarvoor moeten nog wat voorbereidingen worden getroffen. Het ministerie wil "zo snel mogelijk" met duidelijkheid komen voor de gevolgen voor luchtvaartmaatschappijen.