Ook SAS heeft besloten om haar vluchten naar het Chinese vasteland op te schorten, zoals het communistische deel van China genoemd wordt. Op 7 november vindt de laatste vlucht op de route van Kopenhagen naar Shanghai plaats.
Westerse luchtvaartmaatschappijen hebben het erg lastig in China. Eerder besloot Virgin Atlantic al om zich per eind oktober terug te trekken uit het Aziatische land. Lufthansa en British Airways schrappen dan een deel van hun routes: respectievelijk Frankfurt - Beijing en Londen - Beijing.
KLM heeft recentelijk nog geen routes geschrapt, maar vliegt in vergelijking met de pre-coronaperiode veel minder vaak naar China.
SAS, deels eigendom van Air France-KLM, noemt de lastige marktomstandigheden als reden voor het beëindigen van de lijnvluchten.
Zwakke vraag en omvliegen
De Chinese economie bevindt zich in zwaar weer, mede door jarenlange zeer strenge lockdowns en een leeglopende vastgoedbubbel. Dat dempt de vraag naar vliegtickets. Ook het toerisme is nog niet op het niveau van voor de pandemie.
Daarnaast hebben westerse luchtvaartmaatschappijen het nadeel dat ze niet over Rusland mogen vliegen, terwijl Chinese maatschappijen dat wel mogen. Daardoor hebben ze uren extra vliegtijd en een veel hogere kerosinerekening.
Eerder riepen onder meer Lufthansa en KLM al de Europese Unie op om voor een gelijk speelveld te zorgen, door Chinese maatschappijen die door Russisch luchtruim vliegen een extra heffing op te leggen. Maar dat is vooralsnog niet aan de orde.