AMSTERDAM - De Nederlandse hotellerie herstelt goed van de coronacrisis. Na drie stabiele jaren (2017-2019) kwam de hotelmarkt in twee slechte coronajaren. Daarna heeft de markt zich pijlsnel hersteld. “Niet alleen de bezettingsgraden keerden op de meeste plaatsen binnen het jaar terug naar het niveau van 2019, ook de kamerprijzen lieten een bijzonder sterk herstel zien.”
Dat stelde Ewout Hoogendoorn van adviesbureau Horwath HTL op vastgoedbeurs Provada die vorige week in Amsterdam plaatsvond. “Daarmee toonde de hotellerie zich beter bestand tegen inflatie dan andere asset klassen. Vanaf begin 2023 is de gemiddelde kamerprijs zelfs sterker gestegen dan de inflatiecorrectie.”
Het volume aan hoteltransacties blijft nog wat achter. “Maar ook hier is het negatieve effect minder sterk dan bij andere asset klassen. Het transactievolume bleef in het eerste kwartaal van 2023 op hetzelfde niveau als in 2022, waar andere typen commercieel onroerend goed flinke dalingen lieten zien.”
Volgens Hoogendoorn ligt het aantal nieuw geopende hotels beduidend lager dan in de jaren voor corona. Dat zorgt er volgens de managing director van Horwath echter wel weer voor “dat door het relatief schaarse aanbod en de stabiele markt hotelvastgoed een sterke positie heeft gekregen”.
Beleggers
Of institutionele beleggers kunnen profiteren van de sterke positie van hotelvastgoed is volgens Hoogendoorn “mede afhankelijk van de contractvorm”. Hoewel institutionele beleggers van oudsher kiezen voor vaste huurcontracten, “is in de coronaperiode wel gebleken dat ook deze contractvorm niet zonder risico is. Duidelijk is gebleken dat wanneer een hotelinvesteerder kennis van de hotelmarkt in huis heeft, hij het beste resultaat kan bereiken met een hybride huurcontract of een managementcontract. De belangrijkste redenen zijn dat de investeerder hiermee meer invloed op de hotelexploitatie heeft, en in goede jaren in een hoger rendement deelt.”
