RIGA - Ook AirBaltic krijgt harde klappen door de coronacrisis: de maatschappij leed in het eerste halfjaar een nettoverlies van 185 miljoen euro. De omzet kwam uit op slechts 83 miljoen euro, een daling van 62 procent ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar.
Het aantal passagiers daalde met 64 procent, van 2,2 miljoen naar 0,8 miljoen, en het aantal vluchten met 58 procent. De vluchtuitvoering lag door de coronacrisis twee maanden stil. Daarna werd een deel van de routes hersteld, maar de dienstregeling bevindt zich nog lang niet op het oude niveau.
Ook de lijndiensten van Amsterdam naar Vilnius, Tallinn en Riga werden hersteld, maar de laatste twee moesten begin augustus alweer gestaakt worden. Door een opleving van het coronavirus stelden de Baltische staten toen strenge inreisbeperkingen in, waaronder een verplichte quarantaine.
Ondanks deze dramatische cijfers en nieuwe tegenslagen hoeft AirBaltic voorlopig niet voor haar voortbestaan te vrezen. Door een kapitaalinjectie van 250 miljoen euro heeft de Letse overheid nu 96 procent van de aandelen in handen. De overheid ziet AirBaltic als essentiële infrastructuur.
Uiteraard moet de maatschappij wel in de kosten snijden. Daarom is het personeelsbestand verkleind en is de levering van nieuwe Airbus A220’s uitgesteld. Dat is tevens het enige type in de vloot, nu de Boeing 737’s en turboprops vervroegd zijn uitgefaseerd.