British Airways gaat vanaf komende winter na enkele jaren weer op Thailand en Maleisië vliegen. De Britse maatschappij heeft in vergelijking met concurrenten als KLM nu een relatief klein netwerk in het Verre Oosten, maar wil daar de komende tijd weer wat gaan uitbreiden.
Op 10 november keert de lijndienst naar Kuala Lumpur terug, met dagelijkse vluchten vanaf Londen Heathrow. Al twee weken eerder, vanaf eind oktober, wordt de lijndienst naar Bangkok nieuw leven ingeblazen. Die route wordt drie keer per week gevlogen vanaf Londen Gatwick.
Richting Kuala Lumpur wordt de Boeing 787-9 ingezet, en naar Bangkok een Boeing 777-200ER.
Momenteel vliegt British Airways in Zuidoost-Azië maar op één bestemming: Singapore. In Oost-Azië wordt verder alleen op Beijing, Shanghai, Hongkong en Tokio gevlogen.
Dat het netwerk in dat deel van de wereld zo klein is, komt deels door de coronacrisis maar ook door de felle concurrentie van de maatschappijen uit het Midden-Oosten. Eén daarvan, Qatar Airways, is nu de grootste aandeelhouder van British Airways-moederbedrijf IAG.
Het longhaul-netwerk van de Britten is sterk gericht op Noord-Amerika. Dat heeft ze overigens geen windeieren gelegd: van de drie grote luchtvaartgroepen met netwerkmaatschappijen in Europa (Lufthansa, Air France-KLM en IAG) is IAG veruit het meest winstgevend.