WASHINGTON - Smalle stoelen en krimpende beenruimte vormen geen gevaar voor de vliegveiligheid. Dat stelt de Amerikaanse luchtvaartdienst FAA na uitgebreid onderzoek. Consumentenorganisaties pleitten vorig jaar voor minimumgrenzen aan de stoelafmetingen.
Luchtvaartmaatschappijen in de VS beknibbelen de laatste jaren op de geboden ruimte aan boord, gedreven door de opkomende concurrentie van prijsvechters. Consumentenorganisaties zijn bang dat door de krappe stoelen onveilige situaties ontstaan, bijvoorbeeld tijdens een evacuatie of noodlanding. Die onveiligheid zou worden versterkt door het feit dat Amerikaanse reizigers de afgelopen decennia steeds dikker zijn geworden.
De FAA deed uitgebreid onderzoek, in samenwerking met vliegtuigbouwers en stoelfabrikanten, maar stelt nu in een rapport dat er geen aanleiding is om met regels te komen rond minimale stoelbreedtes en beenruimte.
“Er is geen bewijs dat een evacuatie langer duurt door krappere stoelen”, stelt de luchtvaartdienst. Volgens de FAA hebben evacuatietests aangetoond dat er geen verschil zit in de snelheid waarmee passagiers het vliegtuig in geval van nood kunnen verlaten. “In de tijd dat de cabinebemanning is opgestaan, de situatie beoordeeld heeft en de nooddeuren heeft geopend vormt zich een rij van passagiers die richting uitgang gaan. De hoeveelheid stoelruimte is daarop niet van invloed.”
Hoewel de FAA beaamt dat de beenruimte de laatste jaren is gekrompen verwacht de luchtvaartdienst niet dat die nog kleiner wordt. “Op dit moment is 30 inch (omgerekend 76 centimeter) de standaard. Kleiner dan 27 inch (68,5 centimeter) gaat het niet worden, aangezien de stoelen een bepaalde ruimte nodig hebben om de impact van een crash op te vangen.” Bovendien heeft het voor luchtvaartmaatschappijen niet veel zin om de ruimte tussen de stoelen nog verder te beperken, aangezien het maximumaantal stoelen per vliegtuig mede wordt bepaald door het aantal nooduitgangen aan boord en er dus niet onbeperkt stoelen in de cabine kunnen worden bijgezet.