DEN HAAG - De Nederlandse staat hoeft de steun aan KLM niet stop te zetten, zo oordeelde de voorzieningenrechter in Den Haag woensdagochtend. Greenpeace had een kort geding aangespannen: de milieuorganisatie vindt dat KLM geen steun moet krijgen zonder hardere afspraken over de vermindering van de uitstoot. Maar de rechter ging daar niet in mee.
Greenpeace verwees naar de VN-klimaatverdragen, het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en de uitspraak van de Hoge Raad in de Urgenda-zaak. Volgens de rechter zijn die verdragen hier niet van toepassing: zo is de luchtvaart uitgezonderd van de VN-klimaatverdragen en geldt de Urgenda-uitspraak alleen voor CO2-uitstoot in Nederland, terwijl KLM internationaal vliegt.
“De voorwaarden die de staat op het gebied van duurzaamheid en leefbaarheid aan het steunpakket heeft verbonden, zijn bovendien in overeenstemming met (en gaan op sommige punten zelfs verder dan) de klimaatdoelstellingen die in internationaal verband voor de internationale luchtvaart zijn geformuleerd”, zo meldt de rechtbank.
Dewi Zloch van Greenpeace zegt in een reactie: "We zijn teleurgesteld over de uitspraak, want dit is een verlies voor het klimaat. Het is duidelijk dat de klimaatafspraken voor de luchtvaart te kort schieten, de rechter begrijpt dat wij daar kritisch over zijn. Deze uitspraak motiveert ons om dubbel zo hard actie te blijven voeren."
KLM ontvangt 3,4 miljard euro aan leningen en garantstellingen van de Nederlandse staat om de coronacrisis te overleven. In ruil daarvoor moet de luchtvaartmaatschappij de CO2-uitstoot per passagierskilometer in 2030 gehalveerd hebben ten opzichte van 2005. Vanaf dan moet ook 14 procent van de verstookte kerosine uit duurzame biobrandstoffen bestaan.
