Het herstel van het vliegverkeer naar Azië duurde na de coronacrisis wat langer dan bij andere continenten, mede doordat er in Oost-Azië langer aan strenge coronaregels werd vastgehouden. Maar deze zomer wordt er weer massaal door Nederlanders naar het oosten gereisd. Zij kunnen daarbij kiezen uit veel vluchten, want veel Aziatische maatschappijen verhogen de komende weken de vluchtfrequentie naar Schiphol. Een overzicht.
- Air India gaat vanaf volgende week dagelijks met een Boeing 787 tussen Schiphol en Delhi vliegen, in plaats van vier keer per week.
- China Eastern verhoogt per 1 juli de frequentie op de lijndienst tussen Schiphol en Shanghai van vier naar zeven vluchten per week. De maatschappij zet een Boeing 777 in.
- China Southern schroeft de frequentie op de lijndiensten naar Beijing en Guangzhou per 1 juli op van zes naar zeven vluchten per week. Op beide routes wordt de Airbus A350 gebruikt.
- Emirates biedt vanaf 1 juli 21 in plaats van 19 retourvluchten per week aan tussen Schiphol en Dubai. De maatschappij zet twee keer per dag de 777 in en één keer per dag de Airbus A380.
- Qatar Airways vliegt al sinds 1 juni veertien keer per week tussen Schiphol en Doha, in plaats van zeven keer. Er wordt gebruikgemaakt van de 777 en A350.
- Xiamen Air vliegt vanaf volgende week dagelijks tussen Schiphol en Xiamen met de 787, in plaats van drie keer per week.
Voor alle hierboven genoemde routes geldt dat de vluchtfrequentie ook hoger is dan vorig jaar zomer. Aan het begin van het zomerseizoen (eind maart) werd eveneens al door verschillende maatschappijen de vluchtfrequentie naar Azië opgeschroefd, maar dit overzicht gaat over de verhogingen direct voorafgaand aan de zomervakantie.
