DEN HAAG - De ANVR, de Consumentenbond, de ANWB en de SGR willen dat reizigers wettelijk worden beschermd tegen het omvallen van luchtvaartmaatschappijen. De organisaties dienen daarvoor een voorstel in bij de landelijke politiek.
De afgelopen jaren gingen er diverse bekende Europese luchtvaartmaatschappijen failliet, zoals airberlin, WOW Air, Jet Airways en Thomas Cook Airlines. Reizigers die een los ticket hebben geboekt zijn in zo’n geval vaak hun geld kwijt of moeten op eigen kosten een alternatief boeken. Bij een pakketreis zijn consumenten al wel ingedekt voor dergelijke omstandigheden, mits de reisorganisatie is aangesloten bij een garantiefonds.
Als het aan de reisbranche ligt komt daar snel verandering in. “We roepen de politiek op om actie te ondernemen en consumenten niet in de kou te laten staan”, zegt ANVR-topman Frank Oostdam, die al eerder pleitte voor een dergelijk fonds. Ook in Europees verband maken reisbrancheorganisaties zich daarvoor hard.
Kwartje per ticket
Om een dergelijke wet, die in Denemarken overigens al jaren bestaat, te financieren stellen de partijen een heffing voor van 25 cent per ticket. Die is eenvoudig in te voeren en geldt voor alle in Nederland opstappende passagiers. Gedupeerde reizigers kunnen met de opbrengst worden teruggebracht of terugbetaald bij een faillissement.
Het beheer van het fonds moet komen te liggen bij de SGR, die ook al het Calamiteitenfonds beheert waarmee reizigers bij een door Buitenlandse Zaken vastgestelde calamiteit uit het buitenland kunnen worden teruggehaald naar Nederland.
“Een dergelijke garantie biedt reizigers meer zekerheid bij het boeken. Anders dan bij aanschaf van goederen loopt de klant bij het kopen van een los ticket nú een groot financieel risico. Dit, omdat vaak maanden van tevoren een ticket wordt gekocht en direct moet worden betaald. Daarbij komt dat het voor een klant geen doen is om inzicht te krijgen in de financiële situatie van een (buitenlandse) vliegmaatschappij. Zelfs voor deskundigen is dat moeilijk”, aldus SGR-directeur Erik Jan Reuver.