WASHINGTON - Een groep Amerikaanse wetgevers wil dat luchtvaartmaatschappijen meer beenruimte aan passagiers gaan bieden. Tegenwoordig zitten passagiers in vliegtuigen veel krapper dan voor de liberalisering van de Amerikaanse luchtvaart.
Het wetsvoorstel voor de ‘SEAT Act 2017’ (Seat Egress in Air Travel) werd begin maart geïntroduceerd en is bedoeld om de veiligheid, gezondheid en het comfort voor passagiers aan boord van Amerikaanse toestellen te vergroten.
Minimale beenruimte tussen de stoelrijen en de breedte van een vliegtuigstoel moet in de nieuwe regeling worden vastgesteld. “Passagiers hebben er genoeg van om aan boord opgevouwen te zitten”, aldus Congres-woordvoerder Steve Cohen.
“Steeds krapper wordende stoelen zijn niet alleen een comfortkwestie, maar ook vormen ze een probleem voor de veiligheid aan boord. Vliegtuigen moeten in een noodgeval snel geëvacueerd kunnen worden. Bovendien waarschuwen artsen voor het gevaar van trombose, wanneer passagiers op lange vluchten niet meer kunnen bewegen”, zo zegt Cohen.
Senator Charles Schumer vult aan: “Het is oneerlijk dat men tegenwoordig moet bijbetalen voor beenruimte die vroeger standaard was aan boord. Terwijl vliegtuigmaatschappijen dankzij fusies en goedkope brandstof enorme winsten maken.”
Genoemde politici hebben berekend dat de gemiddelde beenruimte van 89 centimeter uit de jaren zeventig inmiddels is geslonken tot 79 centimeter. De stoelbreedte ging terug van 45,7 centimeter naar 42 centimeter. Met het nieuwe voorstel wil het Amerikaanse Congres de eind september aflopende kaderwetgeving van de FAA vervangen. Hiervoor moeten echter beide kamers toestemming geven.