EDINBURGH - De luchtvaartsector wil af van de claimcultuur die is ontstaan door EU-verordening 261. Door die regeling hebben reizigers recht op honderden euro’s bij langdurige vluchtvertraging. Dat kost luchtvaartmaatschappijen handenvol geld en leidt soms zelfs tot faillissementen.
Het Duitse Small Planet Airlines kondigde onlangs aan financiële problemen te hebben door enkele grote vertragingen deze zomer en de daarmee gepaard gaan de compensatieclaims. Ook de schuldenlast van het omgevallen Britse Monarch Airlines bestond voor een aanzienlijk deel uit claims van passagiers.
Volgens directeur-generaal Montserrat Barriga van branchevereniging ERA drukken de claims, die het gevolg zijn van EU-verordening 261 uit 2004, zwaar op de balans van sommige airlines. “Er is een cultuur ontstaan waarbij reizigers honderden euro’s vergoeding vragen en krijgen, terwijl het ticket soms enkele tientjes kostte. Dat gaat op de lange termijn zijn tol eisen.” De European Regions Airlines Association (ERA) wil laten onderzoeken of de EU-regels te wijzigen zijn. Dat werd al eens eerder geprobeerd, maar zonder succes.
De luchtvaartsector klaagt al jaren over de hoge vergoedingen bij vluchtuitval, langdurige vertraging of instapweigering. Claimbureaus, die tegen betaling passagiers helpen hun vergoeding te krijgen, worden gezien als profiteurs, die het claimgedrag alleen maar aanjagen.
Volgens Hendrik Noorderhaven, oprichter van EUclaim, moeten luchtvaartmaatschappijen de schuld vooral bij zichzelf leggen. “De Europese regels zijn opgesteld toen de sector er zelf niet in slaagde goede regels voor passagiers op te stellen. Het gaat niet eens zozeer om het geld, maar vooral om de verloren tijd door soms urenlange vertragingen", zegt hij tegen Reismedia.
Voor reizigers is het volgens Noorderhaven nog vaak lastig om gehoor te krijgen bij de airlines. “Daarom zijn er claimbureaus zoals wij, die daarbij assisteren. Als luchtvaartmaatschappijen zich netjes aan de wet zouden houden, dan hadden wij geen bestaansrecht.”
Op dit moment wordt ongeveer drie op de duizend vluchten getroffen door een claimbare situatie, waarbij geen sprake is van overmacht. “Deze zomer was het flink raak, mede door stakingen bij diverse luchtverkeersleidingscentra. Gecombineerd met een overvol luchtruim en de beperkte beschikbaarheid van vliegtuigen leidt dat onherroepelijk tot verstoringen.”
