SCHIPHOL - De reisbranche blijft hameren op een betere bescherming van passagiers die worden gedupeerd doordat hun luchtvaartmaatschappij failliet gaat. “Het is steeds hetzelfde liedje: reizigers stranden in het buitenland en moeten zelf zien hoe ze thuiskomen en hun geld terug krijgen.”
De ECTAA, het overkoepelende orgaan waarbij reisbedrijven uit 29 Europese landen zijn aangesloten, roept al langer om een oplossing voor het probleem. De afgelopen jaren legden verschillende luchtvaartmaatschappijen het loodje. Het meest recente voorbeeld is het Franse Aigle Azur, dat vorige week faillissement aanvroeg. Ruim 13.000 reizigers stonden in de kou.
Waar consumenten die een pakketreis hebben geboekt doorgaans door hun touroperator of desnoods een garantiefonds naar huis worden gehaald, is er nauwelijks bescherming voor passagiers die zelf een los ticket kopen naar hun bestemming.
“Touroperators maken kosten door zich te verzekeren tegen insolventie, terwijl luchtvaartmaatschappijen die verplichting niet hebben”, zegt ECTAA-voorzitter Pawel Niewiadomski. Hij verwacht dat de komende jaren meer maatschappijen zullen sneuvelen. “Het is hoog tijd dat de Europese Unie werk maakt van adequate consumentenbescherming.”
Naast Aigle Azur verdwenen dit jaar in Europa ook namen als Germania, Flybmi en WOW Air van het toneel.
ANVR-voorzitter Frank Oostdam pleitte eerder dit jaar ook al voor een Europese aanpak van het toenemend aantal gedupeerde passagiers, door de oprichting van een internationaal fonds.