DEN HAAG - De Tweede Kamer is op grote lijnen akkoord met het steunpakket dat KLM de coronacrisis door moet helpen. De luchtvaartmaatschappij mag, door een garantstelling van de overheid, in totaal 3,4 miljard euro lenen. Daar staat echter nog steeds tegenover dat er fors moet worden bezuinigd.
Woensdagavond werd er lang gedebatteerd over de voorwaarden van de steun. Eerder op de dag riepen de gezamenlijke vakbonden op om de harde bezuinigingseisen los te laten. Dat gebeurt niet: over de gehele breedte moeten loonoffers gebracht worden, die kunnen oplopen tot twintig procent.
“We hebben weinig keuze, we moeten de onderneming en banen redden”, stelde minister Wopke Hoekstra (Financiën). Het is nu aan KLM om met de vakbonden te bepalen waar er bezuinigd kan worden. Dan lijkt geen eenvoudige opgave: zowel de piloten als het cabinepersoneel en de technici vrezen voor de financiële en operationele gevolgen van fikse bezuinigingen.
KLM voerde de afgelopen jaren een succesvol beleid waarbij de schulden werden afgebouwd en de productiviteit omhoog ging. Daardoor droeg het flink bij aan de resultaten van Air France-KLM.
Uitdaging
“We waren vóór de coronacrisis een gezond bedrijf, met een winstmarge die werd opgevoerd van twee procent in 2014 naar circa negen procent in 2019. Het Europese netwerk hadden we winstgevend gekregen. We waren er daarnaast in geslaagd onze schuldenlast aanzienlijk af te bouwen, de vloot te vernieuwen en te stroomlijnen, en te investeren in ons product met eigen geld, waardoor we geen nieuwe leningen hoefden aan te gaan”, zei KLM-topman Pieter Elbers onlangs in gesprek met Luchtvaartnieuws Magazine.
“Maar de situatie waar we ons nu in bevinden is ongekend. Zelfs onze robuuste uitgangspositie is niet voldoende om deze crisis zonder extra lening het hoofd te bieden. Voor de luchtvaart gaat het herstel een heel lange en moeizame weg zijn. ”