Het gaat om de volgende dochterbedrijven: Norwegian Pilot Services Sweden AB, Norwegian Pilot Services Denmark ApS, Norwegian Cabin Services Denmark ApS en Norwegian Air Resources Denmark LH ApS. Voor deze firma’s is het meeste personeel in Zweden en Denemarken werkzaam.

Volgens Norwegian zijn de werkgelegenheidsmaatregelen van de Zweedse en Deense overheden niet voldoende om de werknemers aan te kunnen houden. Dit in tegenstelling tot in Noorwegen, waar de overheid de salarissen doorbetaalt (enigszins vergelijkbaar met hoe dat in Nederland gebeurt).

“Het is hartverscheurend dat onze Zweedse en Deense piloot- en cabinepersoneelondernemingen nu gedwongen zijn een faillissement aan te vragen, en het spijt me oprecht voor de gevolgen die dit voor onze collega's zal hebben”, zegt topman Jacob Schram.

Daarnaast huurde Norwegian bij OSM Aviation (een soort uitzendbureau, dat deels in handen is van de luchtvaartmaatschappij) personeel in voor de crewbases in onder meer het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten, Spanje en Finland. Daar stopt Norwegian ook mee.

Door deze maatregelen verliezen in totaal 1.571 piloten and 3.134 cabinemedewerkers hun baan bij de budgetmaatschappij. Ongeveer 700 piloten en 1.300 medewerkers in Noorwegen, Frankrijk en Italië worden hier niet door getroffen.

Overlevingsstrijd
Norwegian vecht momenteel om te overleven. De Noorse staat heeft geld toegezegd om de maatschappij te redden, maar heeft daar ook strenge voorwaarden aan verbonden. Het is nog maar de vraag of het de maatschappij lukt om daaraan te voldoen.

De schulden van Norwegian zijn inmiddels ruim zestig keer zo hoog als de beurswaarde. De beurskoers van de zwaar verlieslijdende prijsvechter, die al vóór de coronacrisis in de problemen zat, is in twee jaar tijd met 97 procent gedaald.