Het gras is altijd groener aan de andere kant van de heuvel. Een mooi gezegde dat aangeeft dat er aan onze kant van de heuvel nog wel het een en ander verbeterd kan worden. Zelfs al je die heuvel door de oceaan vervangt, gaat deze vlieger nog op.
Luchtvaart aan de andere kant van de oceaan is nu eenmaal anders dan bij ons. Dat is overigens ook altijd zo geweest. Alleen was in de jaren twintig van de vorige eeuw het gras in Europa veel groener dan aan de overkant. Terwijl KLM en andere Europese luchtvaartmaatschappijen al jaren passagiers vervoerden, transporteerden de Amerikaanse tegenvoeters nog alleen post en vracht. Maar in de jaren dertig maakten de Amerikanen een enorme inhaalslag. Hout en linnen werd daar vervangen door aluminium. Douglas verving Fokker. Grenzen werden verlegd.
Daar moest ik aan denken toen ik onlangs aan de andere kant van de oceaan van Bonaire naar New York vloog. Die Atlantische oceaangrens werd zeventig jaar geleden overschreden. KLM was in mei 1946 de eerste Europese luchtvaartmaatschappij die een naoorlogse lijndienst vanuit Europa naar New York opende. Met twee tussenlandingen weliswaar. En op de eerste stapte iedereen uit om op de luchthaven van Prestwick in Schotland een High Tea te nuttigen. Service stond aan deze kant van de oceaan hoog in het vaandel.
Maar aan boord van de Boeing 737-800 van United bleek dat service aan de andere kant van de oceaan het tegenwoordig wint. De vlucht had bij vertrek een kleine vertraging opgelopen. Uiteraard reden voor de captain om zijn verontschuldiging aan te bieden. Maar hij voegde ook meteen een daad bij het woord. Als service werd in de economy class het complete In Flight Entertainment gratis aangeboden. Iedereen kreeg een headset en kon films en sportwedstrijden bekijken. Dicht langs de Amerikaanse oostkust vliegend, was het gebruik van WiFi ook gratis. In alle rust je mails doornemen en beantwoorden. En dat niet in zo’n krappe stoel, maar met een Seat Pitch die een stuk ruimer is dan aan boord van dezelfde 737 van Transavia of zelfs KLM. De maaltijd is dan wel Amerikaans, maar prima, uitgebreid en laag geprijsd.
Zo’n ervaring zet je aan het denken. Als het alleen maar gaat om lage vliegprijzen moet Transavia de strijd aangaan met de eayJets en Ryanairs van deze wereld. Maar zodra er een ruimere keuze voorhanden is, speelt het onderscheidend vermogen van een luchtvaartmaatschappij een steeds belangrijker rol. Zo dacht ik: stel nou ’s dat KLM in exact dezelfde Boeing 737-800 een uitgebreider pakket producten en diensten zou aanbieden zoals WiFi , entertainment en variatie in de catering. Zo ongeveer als op mijn vlucht van Bonaire naar New York.
Dan zou het gras hier net zo groen zijn als aan de andere kant van de oceaan en zouden onze klanten binnen Europa nog meer voor KLM kiezen!
John Jansen
International Boardmember ATPI