Drs. Sergio Orlandini (94) is overleden. Plotseling, rustig ingeslapen. Een schok, zoals alleen grote namen daarvoor kunnen zorgen. De langst zittende KLM-president (16 jaar), na Albert Plesman, was een groot man. Onomstreden. Een diplomaat, wiens visie soms keihard kon zijn maar nimmer reden voor conflict of ruzie. Niet alleen onze nationale luchtvaartmaatschappij maar vooral ook ons land hielp hij voorop in de wereldluchtvaart. Een KLM president, een Royal Dutchman!
Tot aan het eind van zijn leven hield Sergio Orlandini een bovenmatige interesse in het wel en wee van KLM en de internationale luchtvaart. Tot voor kort verscheen hij nog steevast vrijwel altijd bij samenkomsten van grote en minder grote betekenis. Graag gezien, luisterden dan vele iconen van nu naar zijn zorgvuldig, soms diplomatiek geformuleerde oordeel, soms bikkelhard.
Maar is er wel voldoende geluisterd naar Sergio, altijd onzichtbaar maar merkbaar aanwezig. Een baas, waarvan iedereen droomt. Een man, die alleen al met zijn binnenkomst de grootste zalen kon vullen. Maar te aardig misschien…?
"Jij gaat er vast ook heen. Wil je me langs halen", vroeg hij me tot voor kort nogal eens, toen het vanwege zijn hoge leeftijd fysiek wat minder ging. Voor Sergio absoluut geen reden om niet als 'mister KLM' te verschijnen. Sergio genoot dan onderweg van de autorit en onze gesprekken, waarin hij zich tot in de kleinste details liet informeren over KLM, vliegtuigen en de mensen nu aan de top.
In de gezellige woonkeuken van zijn villa Vinaigrette in Laren beleefden we vele gezellige en vooral boeiende uren. Als Sergio's echtgenote Diane naar de fitness was, zette Sergio de koffie, soms twee potten en liet hij zijn licht schijnen over het wel en wee van de vliegerij. Vooral de KLM ging hem tot het laatst aan het hart. Vaak sprak hij met hout snijdende argumenten zijn weerzin uit over de fusie van zijn maatschappij met Air France.
De fusie was een verloochening van het trotse verleden, samenwerking, desnoods een joint venture, met een gelijkwaardige partner was logische geweest vond de man die de KLM door moeilijke perioden loodste. Al snel na zijn benoeming als CEO werd hij geconfronteerd met kapingen en niet te vergeten in 1977 het grootste vliegongeluk uit de geschiedenis, de ramp op Tenerife waarbij een Boeing 747 van KLM en de Amerikaanse maatschappij Pan Am waren betrokken.
Er kwamen 583 mensen om bij, nog steeds, 's werelds grootste vliegramp, waarover we slechts af en toe spraken. Tot Sergio enkele jaren geleden tijdens een van onze periodieke ontmoetingen aangaf dat hoofdstuk te willen afsluiten. In het KLM-toestel kwamen 234 passagiers en 14 bemanningsleden om het leven. In de Boeing van Pan Am overleefden slechts 61 inzittenden de ramp.
Ik zie hem in gedachten nog lopen in de hangar, die kleine grote man, tussen de honderden kisten met slachtoffers, rijen doden in een KLM hangar op Schiphol. Sergio stond ervoor. Ook voor de verantwoordelijkheid die de KLM uiteindelijk voor het drama moest nemen wegens een procedure fout in de KLM cockpit.
Sergio Sprak met liefde over zijn betrokkenheid bij de verdere ontwikkeling van de Boeing 747, waarbij hij aan de wieg stond van de zogenaamde 'open rugoperatie', de verlenging van het tot dan heel kleine bovendek, waarmee Boeing en KLM een voorschot namen op de later ontwikkelde dubbeldekker van Airbus, de A380 super jumbo. Misschien uiteindelijk wel getriggerd door de KLM-president. Wie hem die vraag stelde zag een diepe glimlach.
Wordt er in ons land wel genoeg geluisterd naar grote namen als Sergio Orlandini. En waarom zijn ze na hun actieve leven zo onzichtbaar? Uitgerekend als er zoveel valt te vragen. En waarom gaat het altijd over de kennis van nu en vrijwel nooit over de kennis van toen?
Het verbaast me eigenlijk al heel lang, ik schreef er vorig jaar op deze plaats ook al eerder over. Maar nu bij het overlijden van Sergio Orlandini, dringt de vraag zich opnieuw op. Iets om over na te denken. Waarom krijgen grote zonen en dochters in dit land niet de eer en waardering, die hen toekomt, maar altijd pas lang nadat ze zijn overleden?
Waarom wordt bij nog levende legendes, vooral in ons land, toch altijd aangevoerd dat die hun opvolgers niet met goede raad en daad voor de voeten moeten lopen? Hoe zo voor de voeten lopen….? Wie raadpleegde na hun vertrek bijvoorbeeld Sergio Orlandini (+), Jan de Soet (+), die hem opvolgde, Pieter Bouw, Leo van Wijk, Peter Hartman nog regelmatig om hun licht te laten schijnen op de turbulente luchtvaartontwikkelingen. Of Martin Schröder en Peter Legro, achter wiens ruggen de afbraak begon.… Waarom wel de merendeels achter bureaus en niet in de praktijk gegroeide deskundigen van stal worden gehaald, is me een raadsel.
Is er dan niet het besef dat de nieuwe generatie start en staat op de schouders van voorgangers? Waarom worden die dan niet meer bij de praktijk betrokken? Waarom geen 'senioren convent', waaruit voor zeer waardevolle ervaring kan worden geput? En hoezo dan argumenten als verouderde kennis en niet meer 'connected'? Ligt dat dan niet aan de nieuwe generatie, die de deuren te zeer gesloten houdt?
Een communicerend vat van oud en nieuw is trouwens van eminente betekenis, schreef ik al eens. Mijn gewaardeerde ontmoetingen met Sergio Orlandini hebben me dat meer dan geleerd. Nog belangrijker is dat de vorige generatie de opvolgers kan bestuiven met noodzakelijk luchtvaart DNA, dat nu vaak node wordt gemist, bijvoorbeeld bij met name raden van commissarissen, die simpelweg worden binnengehaald zonder het verschil tussen een airbus en een touringcar te kennen.
Sergio bedankt voor het delen van jouw rijke ervaringen!
Arnold Burlage
[email protected]