Graag wil ik de luchthaven Schiphol feliciteren met haar mooie jubileum. Honderd jaar luchtvaart in een land zo groot als een postzegel, maar met een reikwijdte tot de verre hoeken van de aarde. Een microkosmos waar stromingen van volken, rassen (mensen en beesten) en goederen elkaar kruisen zonder ook maar een onvertogen woord.
Een zinderende dynamiek en symbiose van mensen en techniek, veelal op weg naar nieuwe bestemmingen op onze aardkloot. Waar mijn trainingsmaat uit de vliegschool in Amerika, vers in dienst, op het perron stond in uniform en ondervraagd werd door een beverig oud dametje. Van welk perron en hoe laat gaat de trein naar Utrecht? In diepe verontwaardiging besloot hij nooit weer met de trein te reizen. Te worden versleten voor een conducteur...
Schiphol, waar de mogendheden der aarde, verkozen en soms later weer verworpen door een wispelturig electoraat over rode lopers struinden. Terwijl tijdloze popsterren via de achterdeur incognito verdwenen en anderhalf uur later met een gebreide muts op over de Amsterdamse grachten zwierven, blij met de anonimiteit.
Ook het Schiphol dat een hotel heeft voor beesten, wat al lang bestond voor dat we nog maar een politieke partij hadden voor beesten. Waar tijdreizende paarden op adem konden komen. Wat dan quarantaine werd genoemd maar waar die beesten wel blij mee waren. Als je weer twee gezellig keuvelende koalabeertjes op de Zeedijk tegenkwam dan wist je het al, even een nachtje er tussen uit van de jacuzzi's en de regendouches van het dierenhotel. Een stel wilde Somalische ezels in de hotelbus van het Ibis en je wist het, te diep in glaasje gekeken. Als ze dan nog een roze G string aan hadden wist je helemaal hoe de wind woei. Meestal werden ze dan alsnog met zachte hand naar hun onderkomen aan de Havenmeesterweg geleid. En als je naast de A4 in een weiland een stel rendieren zag rennen dan kon je wel nagaan, die moesten even uitgelaten worden voordat ze verder gingen naar de Singapore Zoo.
Die paarden van Anky van Grunsven die op weg gingen naar de Olympics en met een onvervalste zachte G ergens ten zuiden van IJsland bedeesd kwamen vragen waarom ze niet in de business class mochten zitten, ze hadden meer frequent flyer miles dan de man in de blauwe blazer met double platinum membership. Of de grote roze varkens die we naar Manila vlogen en op een gegeven moment in de cockpit deur stonden en op verontwaardigde toon eisten te landen op Ben Gurion. Maar waarom dan? Ja, daar worden we tenminste niet opgegeten. Ach, een paar goudreinetten uit de catering box en je hoorde ze niet meer. Die beesten kwamen allemaal van Schiphol.
Of al die eendagskuikens die Martinair van Schiphol naar Sanaa vloog, of naar Tripoli. Zou Martin Schröder ooit overwogen hebben Khaddafi te vertellen dat als je kippen en een haan hun gang laat gaan je vanzelf eendagskuikens krijgt? Diezelfde Martin die in een zijn mooie groene Jag over het platform schoof en de man van de technische dienst streng ondervroeg waarom de kist naar Wenen (Ajax in de Champions League finale) nog niet weg was. Nou, omdat al uw VIP-vrienden nog aan het tax free shoppen zijn, was zijn droge reply.
Schiphol, een ongekende beehive van activiteit gedreven door mensen die telkens weer in een ander ritme leven, vroege ochtend, middag, late avond, nacht. Waar GrondWerktuigKundigen in het holst van de nacht aan boord van een 747 de lekkende kraan van de achterste galley hebben gefikst, de schermpjes van rij 34 aan de praat hebben gekregen, effe testen en vervolgens compleet meegezogen werden in een tranentrekker met George Clooney. Vervolgens het eind niet meemaakten omdat hun lichaam schreeuwde om slaap. Weer verder sliepen in de trein naar Flevoland en wakker werden in de remise van Lelystad (toen de Hanzelijn nog niet bestond). Waar op de cargoplatforms Formule 1-wagens, Bugatti Veyrons en TVR Tuscans aan boord werden gerold alsof het warme kadetjes waren.
Schiphol, waar we met een hele crew aardbeirode dames slaperig zaten te wachten op de drugs snuffelhond om vier uur ‘s ochtends voordat we naar Las Palmas gingen en terug. Iemand had de deur van de gate open laten staan. Helaas, de hond kwam pas om zes uur ‘on duty’. Waarop een steward droogjes opmerkte dat dat beest een betere CAO had dan hij.
Een luchthaven waar tv-shows over gemaakt werden. Met als hoofdrol speler onder andere een door de wol geverfde douanier. Als hij zijn wijzige neusje in de lucht stak en wat snuffelde dan pikte hij bloedkoraal uit een koffer voordat de smokkelende onverlaat nog maar bij de paspoortcontrole stond.
Het is een broodheer van velen, een juggernaut die onverbiddelijk, traag als een gletsjer, maar niet te weerstaan, koerst door procedures en weerstand. De mens wil nou eenmaal reizen. Een luchthaven veelal omringt door mensen die er kwamen wonen toen boer Knibbe zijn land al lang had verkocht. En dan gingen sommigen toch lopen klagen. Die gingen dan bulderbossen aanplanten op de plek waar de startbaan NIET kwam (Oh ironie). Bijgestaan door cabaretiers die hun walging (hoeveel boter past er op een hoofd) uitten en vervolgens naar hun 'buiten' vlogen op de Antillen met de gesmolten boter in de oren. En de stess maar denken, wat is ie hardhorend, en narrig, en humorloos.
Een luchthaven die me elk jaar weer kippenvel bezorgt als ze op 4 mei de boel stilleggen om de doden te herdenken. Want zonder de vrijheid van de blauwe lucht en al die mensen die er werken en werkten, zij met kerosine in hun aderen, was Schiphol niet geweest waar ze nu is.
Mijn pet gaat af.
Long may you run!
Herman Mateboer
[email protected]