Over twee jaar bestaat de luchthaven Schiphol honderd jaar. Bijna niemand weet dat de luchthaven een militaire oorsprong heeft. Ofschoon er in beginsel heel veel over te vertellen valt, is het nuttig om in dit korte bestek iets te zeggen over het militaire belang van Schiphol.
Aan het begin van de Eerste Wereldoorlog werd nauwelijks gedacht aan het nut van het Luchtwapen. Maar al snel veranderde dat. Schiphol werd een steunpunt in de Stelling van Amsterdam. We kunnen ons nauwelijks meer voorstellen hoe snel de ontwikkeling van de luchthaven is gegaan. Door een hechte samenwerking op lange termijn tussen luchthavendirectie en de 'flag carrier' KLM is de luchthaven uitgegroeid tot een van de vier grote hubs in Europa.
Gemeten aan het aantal passagiers dat er aankomt en vertrekt, zou de luchthaven bij een miljoenenstad behoren te liggen. Dat is niet het geval. Het is de verdienste van KLM en de Rijksluchtvaartdienst dat aan Schiphol die functie is geschonken. Aan de grondslag ervan lagen de visie en de ondernemersgeest van Albert Plesman. Hij heeft een school gevormd van mensen die zijn energie hebben geërfd. Het is dan met name de Indiëlijn die aan de vroege ontwikkeling intercontinentale 'vleugels' heeft gegeven. Dat gold in soortgelijke zin voor Parijs en Londen, waar dit de centra werden van de verbindingen met de overzeese gebiedsdelen van Frankrijk en Engeland.
Vliegtuigontwikkeling in technische zin en de behoefte aan snelle verbindingen middels luchtpost hebben in Europa een belangrijke rol gespeeld in de luchthavenontwikkeling. Voor Nederland kwam daar nog bij dat anders dan elders luchtvracht als extra dienstverlening bloeide vanwege de nabijheid van de bloemenhandel. Hoe anders is de ontwikkeling in de Verenigde Staten geweest. Daar was het de Postmaster-General die de groei richting gaf.
De Europese luchtvaartgeschiedenis is met een grote sprong voorwaarts begonnen door de Eerste Wereldoorlog. Schiphol en die militaire oorsprong kunnen niet los van elkaar gezien worden.
Prof. Dr. Hugo B. Roos
Emeritus hoogleraar
[email protected]