Het regeerakkoord dat vandaag naar buiten kwam, bevat op sommige beleidsterreinen vele specifieke keuzes en op andere juist niet. Dat laatste geldt zeker voor luchtvaart. De keuzes met betrekking tot dit beladen beleidsterrein beperken zich tot twee zinnen waarbij het verbeteren van de rechtsbescherming van omwonenden en het behoud van de netwerkkwaliteit bij weinig partijen tot weerstand leidt. De verdere doorgroei “op termijn” met stillere en schonere vliegtuigen zal dat wel doen maar laat nog veel ruimte over.
Toch wordt er een opvallende en niet-onomstreden keuze gemaakt die reizigers zal raken. De vliegbelasting, die dit jaar 29,05 euro ongeacht bestemming bedraagt, wordt afstandsafhankelijk. Meerdere partijen hebben zich hiervoor sterk gemaakt door te verwijzen naar andere landen waar een dergelijke differentiatie al wordt toegepast en het ‘de vervuiler betaalt’-principe.
Echter, de keuze zoals die nu gemaakt lijkt te zijn, is niet het gelijktrekken met andere landen in Europa maar daar ver overheen gaan. Zo zal de belasting op vliegen, net als op energie en benzine, de hoogste van Europa gaan worden. Ik zal dat hieronder toelichten.
Het toepassen van het ‘de vervuiler betaalt’-principe betekent een lage belasting voor korte afstanden en een hoog voor verre afstanden. In landen met een afstandsafhankelijke vliegbelasting ligt het niveau voor intra-Europa (tot ca. 2.500 km) dan ook fors lager dan in Nederland en is de belasting voor verre vluchten 1,5 tot 2,5 keer de huidige 29,05 euro.
Als Nederland de gedifferentieerde tarieven van Duitsland of van Zweden zou overnemen, dan zou dat resulteren in respectievelijk 25 procent en 63 procent minder inkomsten. Die daling is het resultaat van het grote aandeel van intra-Europa reizigers waar in Nederland nu veruit de hoogste vliegbelasting in Europa (en de rest van de wereld) wordt betaald.
Echter, het regeerakkoord rekent juist op een toename van inkomsten uit vliegbelasting met 248 miljoen euro in 2027. Wat betekent dat? Om een dergelijke toename te realiseren zal in elk geval de vliegbelasting voor Europese bestemmingen niet naar het veel lagere niveau van landen als Duitsland en Zweden kunnen worden gebracht en rond de 30 euro moeten blijven.
Om dan nog 248 miljoen euro extra binnen te halen, zal de belasting bijvoorbeeld voor middellange afstanden rond de 70 euro en voor verre afstanden rond de 120 euro moeten komen te liggen. Nederland heeft dan veruit de hoogste vliegbelasting op alle afstandenklasse in Europa (met uitzondering van alleen het tarief voor middellange afstanden vanuit het VK).
Is dit wat de onderhandelaars beoogd hadden? De Zweedse regering heeft een paar weken geleden het besluit genomen om de vliegbelasting juist te halveren met als reden om belastingen op Europees gelijk niveau te trekken en niet met nationale belastingen te verstoren. Daar valt wat voor te zeggen.
Gerben Broekema
Senior Aviation Strategist