GENÈVE - IATA heeft de verwachtingen voor de luchtvaartindustrie in 2020 neerwaarts bijgesteld. De luchtvaartorganisatie sprak van een "zwakker dan verwacht herstel". Daarbij wees de organisatie op het "sombere" einde van het zomerseizoen op het noordelijk halfrond.
Voor 2020 wordt nu gerekend op een daling van het passagiersverkeer met 66 procent op jaarbasis. Eerder werd nog uitgegaan van een krimp van 63 procent.
Het passagiersverkeer bleef in augustus zwaar onder druk staan, aldus IATA. Er was sprake van een terugval van meer dan 75 procent op jaarbasis. In juli was die afname nog 79,5 procent.
De capaciteit lag in augustus bijna 64 procent lager en de bezettingsgraad bedroeg slechts 58,5 procent. "Een dieptepunt", aldus de brancheorganisatie.
In alle regio's stond het passagiersvervoer in augustus onder druk. In het Midden-Oosten ging het zelfs om een daling van meer dan 91 procent. In Europa was er een afname met 73 procent en in Noord-Amerika met 78 procent.
Geen buffer
Normaal gesproken bieden de inkomsten die tijdens het drukke zomerseizoen op het noordelijk halfrond worden gegenereerd, luchtvaartmaatschappijen een buffer tijdens het magere herfst- en winterseizoen. Dit jaar hebben luchtvaartmaatschappijen deze buffer niet, waarschuwt IATA-topman Alexandre de Juniac.
"Zonder aanvullende noodmaatregelen van de overheid en een heropening van de grenzen zullen honderdduizenden banen bij luchtvaartmaatschappijen verdwijnen. Maar niet alleen luchtvaartbanen lopen gevaar. Wereldwijd zijn tientallen miljoenen banen afhankelijk van de luchtvaart."
Als de grenzen niet heropenen bestaat volgens de IATA-baas het gevaar dat deze mensen niet meer in hun levensonderhoud kunnen voorzien. "We hebben een internationaal afgestemd regime nodig voor COVID-19-tests vóór vertrek om regeringen het vertrouwen te geven om de grenzen te heropenen, en passagiers het vertrouwen om weer per vliegtuig te reizen."
